1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 232

188

A. H. ESSER

Na deze lezing vertoonde Adamski zijn UFO-films, waarop bewegende stippen tegen een blauwe hemel waren te zien. Ook waren er tekeningen van ruimtevaartuigen en getekende impressies van het bezoek van een Mexicaanse ex-hoogleraar aan de planeet Venus. Meer overtuigend materiaal zou Adamski thuis hebben. Brieven van erkenning van zijn werk door officiële instanties, werden getoond, maar niet voorgelezen. Indien we nu er niet toe overgaan om de levensfilosofie van de sterke ruimte Ego's in de plaats te stellen van onze eigen zelfzuchtige wijsheden, dan is dat onze eigen schuld. Aldus het pathetisch slotbetoog van de heer Adamski. U zult uit persverslagen in Nederland en andere West-Europese landen weten, dat Adamski algemeen als een charlatan wordt beschouwd. Persoonlijk zie ik hem als een hysteropsychopaath, die uitstekend klinkende munt weet te slaan uit zijn optreden. Toch is hij in staat om zelfs academici voor zijn denkbeelden te winnen. Hoe dit mogelijk is wordt ook verduidelijkt door de visie van Jung op de UFOgeruchten (5). Jung vat de vliegende schotel op als een archetypisch symbool dat in de mens gestalte herkrijgt in tijden van grote collectieve spanningen. In vroegere beschouwingen heeft Jung onze tijd beschreven als vervuld van de katastrofe-nadering. De UFO-waarnemingen vertonen overeenkomst met droommateriaal van patiënten, en vliegende schotels zijn ook in vroeger tijden uitgebeeld in kunstwerken van al of niet geestelijk gestoorden. Deze theorie verklaart dus waarom men in vroeger eeuwen UFO-waarnemingen heeft gedaan. Of de UFO's physisch werkelijk zijn moeten anderen uitmaken. Jung meent door zijn analyse van het fenomeen de psychische werkelijkheid ervan te hebben aangetoond. Het boek van Jung is psychologisch interessant, maar aangezien de meeste lezers waarschijnlijk niet op de hoogte zijn van de theorie der archetypen, zal de uitwerking van Jung's gedachten vaak onjuist zijn. Zo haalde mijn patiënt als bewijs dat óók voor psychologen het bestaan van de vliegende schotels vaststaat, deze publicatie van Jung aan. Vanaf 1958 ken ik deze patiënt G., een thans 42-jarige man van Joodse afkomst. Zijn ouders zijn gescheiden toen hij een jongen was, en patiënt is vanaf zijn jongensjaren op zichzelf aangewezen geweest. De familie-anamnese wijst op een zware erfelijke belasting; zo wordt zijn broer reeds jaren verpleegd voor een schizophrenie. Patiënt werd geboren in Wenen, en behaalde in Nederland het H.B.S.-diploma. Hij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen