1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 212

172

S. J. RIDDERBOS

deze wetenschap tenminste iets volgt. Indien er dit op volgt, dat ik zelf ga ontdekken wat voor mij in mijn situatie de weg is. Het is een zeer positieve waardering van de mens, als God ons in Zijn gebod niet meer dan een zeer algemene koersaanduiding meegeeft op reis en ons verder zelf de weg wil leren vinden. We moeten in ons geval niet zeggen: voor het probleem van de homosexualiteit hebben we aan de Bijbel ook al weinig, want er staat niet in of het wel dan niet mag; alleen dat we altijd onze naaste zullen liefhebben als onszelf en zoek het verder zelf nu maar uit. Ik dacht juist dat het heel veel is, als we voortdurend met het gebod van de naastenliefde worden geconfronteerd en als God ons mensen gebruiken wil om dit gebod te positiveren, om het zelf uit te zoeken, om te ontdekken wat het liefdegebod in concreto inhoudt. Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf en zoek het zelf nu maar uit — hiermee is niet alleen het relativisme maar ook het apriorisme afgewezen en komt er ruimte voor de geweldige opdracht om de werkelijkheid zo onbevangen mogelijk te onderzoeken. Een goede theologie roept om een goede phaenomenologie. Goede Bijbelstudie dringt tot een exacte bestudering van de werkelijkheid. Wanneer ik als theoloog tot de conclusie kom, dat de Bijbel een homosexuele verhouding niet apriori verbiedt, moet ik o.a. aan de psychiaters vragen of zij menen dat homosexuelen door opheffing der ascese werkelijk verder kunnen worden geholpen, of op deze wijze m.a.w. werkelijk naastenliefde kan worden betracht. Graag wil ik dan ook deze vraag in uw vergadering neerleggen en ik acht het denkbaar dat, waar een theoloog niet van een verbod durft te spreken, in een bepaald geval een psychiater op grond van zijn grotere kennis van zaken tot de conclusie komt dat het echt niet mag. Ik spreek hier van een „bepaald geval" en eerlijkheidshalve heb ik o.a. het advies van de psychiater gevraagd, omdat deze de eerste zal zijn er mij aan te herinneren, dat hij (evenals de pastor) slechts met een zeer bepaald soort van homosexuelen te maken krijgt. Als de Bijbel ons tot het doorgronden van de werkelijkheid dringt, dan heeft de wetenschap daarbij een belangrijke maar ook beperkte taak evenals beperkte mogelijkheden. De pastor zal moeten luisteren naar wat de psychiater hem heeft te zeggen, maar hij zal bij zijn advieszoeken de mening van de homosexueel zelf en bijv. van een huismoeder niet mogen overslaan, terwijl hij op grond van ervaring ook zijn eigen visie kan hebben. Bijbel en homosexualiteit — wij hebben tot nu toe ons uitsluitend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen