GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 17

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBEL EN NATUURWETENSCHAP OVER HET VERLEDEN

5

tijden het genoegzame en betrouwbare fundament van de kerkelijke verkondiging kan zijn. Over het begrip „inspiratie" zou veel te zeggen zijn. Ik beperk me tot een paar opmerkingen. Allereerst dit: ik simplificeer sterk als ik hier en in het vervolg spreek over de „Bijbelschrijvers". Men moet zich het ontstaan van de Bijbelboeken, zoals wij die kennen, met name van de boeken van het Oude Testament niet voorstellen als een nauwkeurige analogie van de wijze waarop wij boeken plegen te schrijven. Vervolgens: de inspiratie bestaat in het verlenen van de bekwaamheid van Christus te getuigen. De aard van de inspiratie is alleen te verstaan vanuit haar doel. Het is bekend dat Kuyper en Bavinck graag spraken van het organisch karakter der inspiratie. Bavinck bedoelde daar ook dit mee, dat God de Bijbelschrijvers zo leidde, dat de H. Schrift een „organisch" geheel werd, waarvan Christus het centrum was. Aan zijn verhandeling over het ,,organisch" karakter der inspiratie verbindt hij daarom een waarschuwing tegen het „atomistisch" verstaan van de Schrift. Daarmee hangt dan weer zijn bezwaar samen tegen het spreken van verbale inspiratie. Wel heeft de inspiratie volgens Bavinck — viiteraard — betrekking op de woorden van de Bijbel. Maar, zo schrijft hij, zij die spreken van verbale inspiratie veronachtzamen vaak, dat men de aard der inspiratie alleen kan verstaan, als men er op let, dat ze ten doel had de Bijbelschrijvers in staat te stellen in de woorden, die ze neerschrijven, van Christus te getuigen. In verband hiermee lijkt het me belangrijk op te merken, dat men voorzichtig moet zijn met het gebruik van het adjectief „bovennatuurlijk" in verband met de inspiratie. Het gaat er in de inspiratie nl. niet zozeer om de Bijbelschrijvers met bovennatuurlijke vermogens toe te rusten. Waarschijnlijk gaat het daarom zelfs in het geheel niet. Trouwens het gehele begrip „bovennatuurlijk", lijkt mij nogal dubieus. In de inspiratie gaat het niet om het overwinnen van de natuur, maar van de zonde. Niet de „natuur", maar de zonde is de verhindering op juiste wijze van Christus te getuigen. Daarom is de inspiratie wel een wonder, maar geen mirakel. Uit de inspiratie van de Schrift vloeit voort, dat we kunnen spreken van de onfeilbaarheid van de Schrift. Althans naar mijn inzicht. Bij het tot standkomen van de Bijbel heeft de Geest van Christus op zodanige wijze leiding gegeven, dat we er geheel op kunnen vertrouwen, dat wat de Bijbelschrijvers ons willen meedelen als Gods woord metterdaad Gods woord is. Ik zou dus de Bijbel niet een „feilbaar en feilend getuigenis" van de openbaring willen noemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 350 Pagina's

1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 17

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 350 Pagina's