GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 147

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE GOEDE SCHEPPING

113

schappelijk omtrent de aarde en haar bewoners meenden te weten. We zouden daarom ook voor vandaag moeten vragen of een wetenschappelijke visie op het ontstaan van mens en wereld die zich aan Gen. 1—3 wil oriënteren en aan haar volgorde, werkelijk een oriëntatie aan Gen. 1—3 zou bevatten of slechts een oriëntatie aan Gen. 1—3 in een bepaalde interpretatie. Met dit alles is wel omscheven wat we m.i. eerst moeten doen als we over Gen. 1,31 (de goede schepping) spreken. We zullen moeten beginnen met te laten zien hoe de traditie iets uit deze tekst gehaald heeft wat er niet in zat (1). Een tweede rondgang om de tekst zou ons moeten verduidelijken dat er méér in zit dan de traditie er heeft uitgehaald (2). En tenslotte zouden we nog eens wat algemene kurmen vragen: is alles wat de tekst biedt (of: wat Gen. 1—3 biedt) bruikbaar voor de wetenschappen. Ik heb zopas al gezegd dat wij gewoonlijk toestemmend knikken wanneer iemand zegt dat de Bijbel geen handboek voor de wetenschap is. Als wij daarmee ernst maken, zou het wel eens kunnen zijn dat de derde vraag ons als conclusie bij de mogelijkheid zou brengen dat in de natuurwetenschappen bijvoorbeeld de volgorde van Gen. 1—Gen. 3 geen rol behoort te spelen. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat ook de christen-biologen door die volgorde nog steeds gebiologeerd zijn. 1. De traditie heeft uit Gen. 1,31 gehaald wat er niet in zit. Daarmee bedoel ik de voorstelhng van een paradijstoestand die louter harmonie geweest zou zijn en waarin arbeid en moeite, dood en lijden onbekende verschijnselen waren. Een dergelijke voorstelling geven de tekten van de H. Schrift zelf niet, noch in Gen. 1 noch elders, zoals we straks zullen zien. Vooraf echter een korte poging om de herkomst van deze harmoniegedachte bloot te leggen. Kort, want we zouden b.v. zó diep kunnen gaan dat we heel de z.g. geschiedenis van de godsdienst erbij overhoop haalden. Een oer-tijd waarin alles nog ging zoals het moest gaan, komt n.l. in de voorstellingswereld van vele volken voor. Voor ons doel is het intussen voldoende wanneer we bij Plato inzetten. Ook Plato kent zon gelukzalige, goddehjke wereld. Maar die ligt voor hem niet in een mythische oer-tijd. Locaal uitgedrukt: ze staat boven de wereld in plaats van dat zij eraan voorafgaat (vanaf Plato wü de mens dan ook naar boven). Zonder beeldspraak gezegd : de goddehjke wereld is voor Plato de ideale wereld, zoals zij eigenlijk moest zijn, of zoals zij gedacht kan worden: harmonieus zich ont-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 147

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's