1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 67

DADELS

43

dadelpalm klopt, om het met de Heidelbergse Catechismus te zeggen, altijd ergens het hart van een almachtige God en een getrouw Vader. De dadelpalm. Phoenix dactylifera L., heeft een zeer uitgebreid verspreidingsgebied. Vanaf India westwaarts gaande kan men hem vinden tussen ruwweg 10—15 en 35—40 noorderbreedte tot aan de Atlantische Oceaan. Niet overal binnen deze grenzen komt de dadelpalm in het wild voor; het natuurlijke verspreidingsgebied ligt ongeveer tussen 15 en 25 noorderbreedte. Dat wil dus zeggen: een dadelpalm groeit in de woestijn. Waar de soort zijn oorsprong heeft genomen, is moeilijk te zeggen — het gewas is daarvoor te algemeen verspreid en de cultuur is daarvoor te oud. Misschien ligt de bakermat van de boom in het gebied om de Perzische Golf en in westelijk India — maar zekerheid dienaangaande heeft men bij de dadelpalm evenmin als bij de banaan. In ieder geval is hij, zó daar zijn oorsprong lag, in westelijke richting zo ver gegaan als mogelijk was en zijn groei- en cultuurvoorwaarden het toelieten. Een paar eeuwen geleden hebben de Spanjaarden hem meegenomen naar de Nieuwe Wereld, waar de plant nu in sommige droge streken van de Amerikaanse subtropen wordt verbouwd. In een opgave uit 1956 lees ik, dat in de warme streken van Zuid-Californië en Arizona enkele duizenden hectares met dadelpalmen zijn beplant. „De dadelpalm moet zijn voeten in stromend water hebben en zijn hoofd in het vuur van de lucht". Zo zeiden het de oude Arabieren al. In de woestijn, dAAr is hij thuis. Daar waar nog maar heel weinig of niets meer groeien wil, waar ook in het plantenrijk dood en verderf op de loer liggen . . , groeit de dadelpalm. Als een wonder des hemels, als een overwinning van het leven op de dood. En dan gaat het niet alleen om de zo waardevolle vruchten, maar óók om allerlei andere delen van de boom. De huizen van de armen en eenvoudigen zijn daar, waar de dadelpalm groeit, voor een groot deel opgebouwd uit materiaal, aan deze boom ontleend. Op één van de eerste bladzijden van de studie, die ons bezighoudt, kan men het zien: een plaatje van een deur, die gemaakt is van planken, gezaagd uit de stam van een dadelpalm. Daar wordt overigens geen spijker bij gebruikt: die planken are often tied together with camels-hide thongs. De bladeren en de sterke vezels, die men daaruit kan bereiden, worden verwerkt tot kratten, matten, tot touw en koord en tot containers van allerlei vorm. Een ander plaatje laat de onderkant van het dak van zo'n eenvoudig huis zien: gesteund door balken van ruwe palmstammen —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen