1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 217

PROSTITUTIE EN MAATSCHAPPELIJK WERK

145

Na een enkele opmerking hierover gemaakt te hebben, bespreekt de commissie de genoemde stelsels en komt dan tot de conclusie dat voor ons land en in onze cultuur de abolitie het enige redelijke stelsel is waarbinnen verdere maatregelen kunnen worden overwogen. „Ieder ander stelsel druist in tegen de menselijke waardigheid, die in onze cultuur zo om eerbiediging vraagt". Het abolitionistische stelsel is gecreëerd door de Engelse domineesvrouw Josephine Buttler, die in 1870 de strijd tegen de reglementering aanbond en de stoot gaf tot de oprichting in 1875 van de „Britsche Continentale en Algemene Federatie tot afschaffing van de reglementering van de prostitutie", later bekend geworden als de „Federation Abolitioniste Internationale". In Nederland werd aan haar oproep gevolg gegeven door de oprichting in 1884 van de „Nederlandse Vrouwenbond tot verhoging van het Zedelijk Bewustzijn" en in 1888 van de „Nederlandse Middernachtzending Vereniging" (o.m. door de bekende Dr. H. Pierson). Aangezien Butler tegen een stroom van verzet en tegenstand moest oproeien, heeft het betrekkelijk lang geduurd voordat in Engeland en daarbuiten aan het reglementarisme een einde werd gemaakt. Pas omstreeks 1880 begonnen de vruchten van Josephine Butler's werk in eigen land zich af te werpen, toen n.l. in Engeland de wet tot intrekking van de Wet op de Reglementering tot stand kwam (1886). In Nederland daarentegen was dit veel later het geval, want ten onzent werd de reglementering eerst in 1911 algemeen afgeschaft, zij het dat vele burgerlijke gemeenten dit reeds veel eerder hadden gedaan (Amsterdam in 1902) i5). Dat de ideeën van Josephine Butler op de lange duur getriomfeerd hebben, is — afgezien van de felle kritiek waaraan de reglementatie van het begin af aan onderhevig is geweest — niet alleen te danken aan het failliet van het reglementaristisch stelsel wat betreft het tegengaan van de uitbreiding der geslachtsziekten. Tal van andere factoren hebben hiertoe medegewerkt. In de eerste plaats is dit te danken aan de goede grondgedachte van het abolitionisme. Enerzijds behelsde dit de overweging, dat met name Christelijke overheden door reglementering „openbare ontucht als het ware stilzwijgend zouden erkennen en daarmee de facto wettigen, hetgeen een niet te verdedigen standpunt is. Anderzijds 1') Verg. o.m. W. W. Smit: Josephine Butler. Tijdschrift v. d. Hendrik Pierson Vereniging, juni 1964, blz. 8.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen