GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 298

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

242

NATUUR EN OPENBARING

deze voor onze ogen is als een schoon boek, in hetwelk alle schepselen, grote en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen, namelijk, zijne eeuwige Kracht en Goddelijkheid, als de apostel Paulus zegt, Rom. 1 : 20. Welke dingen alle genoegzaam zijn om de mensen te overtuigen en hun alle orvschuld te benemen. Ten tweede, geeft Hij zich zelven ons nog klaarder en volkomener te kennen door zijn heilig, en Goddelijk woord . . . " Hier beleden dus de toenmalige Nederlandse kerken, waarvan zowel de huidige Nederlands Hervormde als de Gereformeerde Kerken de voortzetting zijn, de openbaring Gods in Natuur en Schrift, zoals dat ook verschillende Kerkvaders, o.a. Augustinus, reeds hadden gedaan, onderscheidende tussen algemene en bijzondere openbaring. Het aannemen van een algemene openbaring (door de natuur) is in overeenstemming met de Bijbel. „Allereerst wordt ons door heel de Schrift eene revelatie naturalis geleerd", schrijft Herman Bavinck in zijn Gereformeerde Dogmatiek (Kampen, 1895, deel I, p. 229). In Bavinck's Wijsbegeerte der Openbaring had de openbaring in de natuur dan ook een belangrijke plaats, ofschoon uiteraard van geheel andere orde dan die door het Woord. Met de onderscheiding tussen de openbaring in de natuur en de (bovennatuurlijke) door Gods Woord loopt min of meer parallel de onderscheiding tussen de algemene genade (gemene gratie, gratia communis waaraan Bavinck een rede heeft gewijd (De algemene Genade Kampen, 1894), en de bijzondere genade. Volgens de oude gereformeerde theologen is de algemene openbaring weliswaar ongenoegzaam, maar heeft zij toch een grote betekenis, o.a. ook voor de kunst (natura artis magistra), het recht en de moraal. Natuurlijk is er over de algemene openbaring in de theologie ontzaglijk veel te doen geweest, men denke alleen aan de bewijzen voor het bestaan van God, en de z.g. theologia naturalis (die volgens het Pelagianisme voldoende was). De leer van de algemene openbaring is in de tijd na Bavinck en Kuyper in de Protestantse theologie naar de achtergrond gedrongen. In het Protestantse deel van de Encyclopaedic van het Christendom (Amsterdam-Brussel, Elsevier, 1955) schreef Dr. A. F. N. Lekkerkerker sub voce openbaring; „Karl Barth met zijn Christocentrische behandeling van de theologie stond zeer critisch tegenover de onderscheiding van algemene en bij-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 298

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's