GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 27

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. VAN DER MEER

II

om een of andere reden niet kan plaats vinden. Als bij de patiënt b.v. een goed operabel maagcarcinoom wordt gevonden, hetgeen betekent dat door de operatieve ingreep volledige genezing, zij het met als resttoestand een gemutileerde maag, mogelijk is, dan treedt voor de arts een grote moeilijkheid op, indien de patiënt niet geopereerd kan worden door het bestaan van een tweede aandoening, b.v. een te slechte longfunctie. Hij zal in zo'n geval zorgvuldig de risico's tegen elkaar moeten afwegen en daarbij zeker ook factoren buiten het geneeskundig vlak, als leeftijd, familie-verband, werkzaamheden, moeten laten wegen. Hoe vreemd het ook moge klinken, maar bij dit afwegen spreekt het oordeel van de patiënt veelal niet mee. Deze kan de situatie niet overzien en zeker niet objectief beoordelen. Ik wil daarmee niet zeggen, dat hem de waarheid omtrent zijn toestand onthouden moet worden, maar er is zeker zelden reden om hem deze op dat moment uitvoerig te vertellen. Doet de arts dit wel, dan zal hij zichzelf nauwkeurig dienen af te vragen of dit niet de uiting is van een vlucht voor de verantwoordelijkheid, die hij daarmede dan denkt te leggen op schouders, die deze eventueel niet zullen kunnen dragen. De onvermijdelijke dood Als wij de scheiding acuut en chronisch volhouden, dan wordt de arts met de acuut verlopende onvermijdelijke dood alleen geconfronteerd, doordat een reanimatiepoging niet blijkt te slagen. De definitie van de dood voor deze gevallen hebben we reeds eerder besproken. Er is hierbij een niet onbelangrijke complicatie gekomen. Het probleem van de mislukte reanimatiepoging is al vroeg door Prof. Dr. G. den Otter, de chirurg van onze faculteit, aan een diepgaande en logisch opgebouwde beschouwing onderworpen. Hij komt daarbij o.a. tot de stelling, dat als duidelijk is gebleken dat de poging is mislukt, de arts niet meer met een mens geconfronteerd wordt — de hersendood is ingetreden — maar met een menselijk preparaat, waarbij op fraaie wijze het leven wordt nagebootst doordat kunstmatig circulatie en respiratie op peil worden gehouden. Het preparaat is in zijn totaliteit dood, maar in zijn onderdelen nog niet geheel (de cellulaire dood heeft zich na de hersendood nog niet volledig voortgezet). Er is dus geen sprake van een lijk. Aangezien de arts maar zelden over een dergelijk preparaat beschikt (meestal afkomstig van ongevallen, waarbij de hersenen werden beschadigd, soms ook van intoxicaties), vraagt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's