Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 95
De Vrije Universiteit 1880-2005
gereformeerde kerken en van de Vrije Universiteit. De crisis van 1926 had zeer veel met
deze zoekende studenten te maken. Maar daarover in een andere paragraaf.
DE WETENSCHAP
CALVINISTISCHE WETENSCHAP IN DE PRAKTIJK
Bij de lustrumviering van het studentencorps in 1910 sprak rector G.H.B, van den
Boom de aanwezige reĆ¼nisten toe als 'mannen, die in den wilden strijd des levens verant-
woordelijke posities bezet houden', de opper- en hoofdofficieren van het leger gevormd
door de maarschalk Abraham Kuyper.'39 Die militaire termen hadden voor hoogleraren
en studenten nog altijd hun volle bekoring. Rector corporis E.J. Wientjes had drie jaar
eerder de leden gewaarschuwd, 'dat een harde strijd ons wacht, een strijd tegen de ons
vijandige gedachten, ten bloede toe gestreden'.'*" Calvinisme, zei H.H. Kuyper, geeft
ons 'den geestelijken ridderslag, die ons tot kampioenen adelt voor hetzelfde heilige en
bezielende ideaal, waaraan Calvijn zijn leven en gaven heeft gewijd'.'+" Die woorden
sprak hij in 1909, aan het begin dus van de in dit hoofdstuk behandelde periode. Aan het
einde zei Dooyeweerd het in zijn inaugurele oratie van 1926 minder trots en zelfverze-
kerd, maar in dezelfde geest: humanisme en christendom staan onverzoenlijk tegenover
elkaar. Als christendom humanisme binnenlaat, wordt het overwoekerd en verstikt.'**^
Dus moet het zich te weer stellen.
Calvinistische wetenschap zou de wapens voor die strijd leveren. Neocalvinisme, be-
gon men in deze tijd te zeggen. Daarmee werd dan bedoeld, aldus nogmaals Dooye-
weerd, dat het minder ging om de historische Calvijn dan om zijn reformatorische
grondidee'-*^; Calvijns gedachten uitbouwen en geschikt maken voor gebruik in een an-
dere tijd. De term neocalvinisme is vermoedelijk voor het eerst gebruikt in 1897 door
Anema'**, en is dan gelijk aan wat hij later eens noemde 'de echte gereformeerde geest op
zijn allerbest'. Wie van die geest doordrongen is 'voelt zich aan alle positief christelijke
richtingen verwant en voelt bovendien hoe hij rijker is dan zij allen, door een meerder,
zuiverder, en dieper gegrondvest geestelijk bezit'.'+5 Dat wetenschap dan calvinistisch
moest zijn sprak eigenlijk vanzelf De studentenalmanak sprak in 1905 de wens uit, dat
de nieuw benoemde hoogleraren Van Gelderen en R.H. Woltjer gezegende arbeid zou-
den mogen verrichten 'voor de calvinistische philologie'.'+^ Hetzelfde adjectief zou men
bij alle vakken moeten plaatsen, pas dan zou er sprake zijn van ware wetenschap. Weten-
schap vraagt altijd nadere bepaling, betoogde G.Ch. Aalders. Ze kan gereformeerd zijn,
of rooms, of naturalistisch'-^^, maar nooit neutraal. Bavinck ging er dan ook van uit, dat
bij benoemingen de gehechtheid aan het beginsel zwaarder moest wegen dan weten-
schappelijke kwaliteit."'*^ En al werd het beleid in deze periode wat ruimer, het ging nog
altijd om 'mannen van denkkracht en godsvrucht, die zich ook bij hun wetenschappe-
ERVEN OF LENEN 1905 1926 91
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's