Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 23
De Vrije Universiteit 1880-2005
naar christelijk onderwijs een kleine schare van volgelingen inspireren, het lukte hem
niet een hele massa in gang te zetten, zoals Kuyper wel zou doen.
Kuyper bezat twee eigenschappen die Groen miste. Hij was ten eerste een begena-
digd organisator, en ten tweede een geboren agitator. Hij zag het doel en koos met grote
trefzekerheid zijn middelen. Om zich een tribune te verschaffen nam hij in 1870 het
weekblad De Heraut over, en twee jaar later begon hij een eigen dagblad. De Standaard^
met vijfduizend geabonneerden. In 1878 was hij de ziel van de beweging achter het gro-
te volkspetitionnement, dat het goed recht van christelijk onderwijs verdedigde. Een
jaar later zette hij de antirevolutionaire stroming van zijn in 1876 overleden voorganger
om in een politieke partij, de eerste die in georganiseerde vorm in Nederland tot stand
kwam. Het partijprogram had hij uit de aard der zaak zelf geschreven. Het kerkelijk
vraagstuk heeft hij het laatst aangevat. Dat leidde tot de doleantie van 1886, maar die zal
later in dit hoofdstuk haar beurt krijgen.
EEN CHRISTELIJKE UNIVERSITEIT
Bij dit alles echter hoorde ook een universiteit. Die zou vanzelfsprekend goed gerefor-
meerde theologen moeten opleiden, maar het ging om meer. Een theologisch seminarie
was niet genoeg, het moest een volledige universiteit zijn. Kuyper sprak het al uit in De
Heraut, in een van de eerste door hem geredigeerde nummers: 'zal het christendom een
zuurdeeg in ons volksleven zijn, dan moet ook de rechter, ook de geneesheer, ook de
staatsman, ook de letterkundige, ook de wijsgeer, den inhoud zijner wetenschap door het
licht van den Christus laten beschijnen'.' In dat citaat komt het dubbele motief voor uni-
versiteitsstichting reeds tot uitdrukking. Ten eerste moest het gewenste hoger onderwijs
een ander karakter dragen dan dat van de rijksinstellingen. Wetenschap door het licht
van de Christus beschenen, dus christelijke en geen ongelovige wetenschap, om staat en
maatschappij voor de Christus te winnen. Ten tweede was er een nieuw kader nodig van
mannen - laat het eens en voorlopig voor het laatst gezegd zijn dat niemand toen aan
vrouwen dacht - die op alle levensterreinen leiding konden geven aan de christenstrij-
ders, die de wereld opeisten in naam van het evangelie.
Die aanhaling uit 1870 laat het grote belang van zo'n christelijke universiteit duidelijk
uitkomen. Ze zou in Kuypers ogen meer betekenen dan al zijn overige scheppingen. Bij
het lustrum van 1905 drukte een geestdriftig oud-leerling het uit als volgt: 'Neem uit het
leven van onzen grooten Kuyper weg de Vrije Universiteit, dan houdt ge nog genoeg
over in dat rijke leven, waarom onze God zal gedankt worden en 't gansche vaderland aan
hem verplicht is, maar ik ben zeker van uw instemming, als ik zeg, dat gij dan toch het
hart er uit wegneemt.''" Deze vu-pupil, dr. P.J. Wijmenga, sprak slechts na wat Kuyper
zelf herhaaldelijk had verklaard. De Vrije Universiteit moest gezien worden 'als het
middelpunt en het hoofdwerk van zijn levensarbeid'." Daar werden de ideeën gevormd,
en de mensen die ze konden uitdragen.
ALLEEN OP WEG 1880-1905 19
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's