Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 37
komt met het stelsel dat uiteindelijk ingevoerd zou worden Unaniem is men bin
nen het wetenschappelijk corps de mening toegedaan dat gekomen moet worden
tot een Subfaculteit der Aardwetenschappen, binnen de faculteit der Wiskunde en
Natuurwetenschappen, die zowel de geologie als de fysische geografie dient te
omvatten Tevens spreekt men uit dat het wetenschappelijk corps als een geleding
zou moeten functioneren (dat wil zeggen geen onderscheid tussen hoogleraren/
docenten enerzijds en wetenschappelijke staf anderzijds)
Op 27 april 1970 spreekt het wetenschappelijk corps met de overige leden van de
herstructureringscommissie en in mei overlegt men intern nog een keer Maar
inmiddels is het veldwerkseizoen aangebroken en dat betekent onverbiddelijk een
langdurige pauze in het overleg' In januari 1971 wordt een concept reglement,
gebaseerd op het structuurmodel van het wetenschappelijk corps, besproken door
de studentengeleding Opvallend is dat zij er meer dan de wetenschappelijke staf
voor geporteerd zijn om het onderscheid geologie fysische geografie m een aantal
opzichten (studentenvertegenwoordiging in de subfaculteitsraad en structuur van
de onderwijscommissie) te handhaven Rond diezelfde tijd wordt duidelijk dat de
beoogde Subfaculteit der Aardwetenschappen om juridisch technische redenen
met haalbaar is Krachtens het Academisch Statuut vindt de opleiding in de fysi
sche geografie plaats binnen de Interfaculteit der Aardrijkskunde en Prehistorie,
terwijl die in de geologie onder de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen
valt De nieuwe democratische bestuursstructuur is aan die opleidingsstructuur
gekoppeld Dat is de praktische consequentie van de participatie van de (per defi-
nitie opleiding gekoppelde) studentengeleding m de nieuwe bestuursstructuur
Bestuurlijk zal de fysische geografie voortaan dus dienen te functioneren binnen
de Interfaculteit der Aardrijkskunde en Prehistorie en niet, zoals de geologie, bin-
nen de WN Faculteit Een ernstige tegenslag voor Wiggers die nog maar enkele
jaren tevoren de fysische geografie had losgemaakt uit het Geografisch Instituut*
Faculteiten waren tot aan de invoering van de WUB, ook al hadden zij sinds
enige tijd formeel ook een bestuurlijke dimensie gekregen, primair verzame
lingen geweest van personen hoogleraren en lectoren die belast waren met
de verzorging van het onderwijs binnen een breed opgevat disciplinegebied
In het verlengde daarvan was de subfaculteit (formeel die der Geologie en
Geofysica) met meer geweest dan de deelverzameling van die hoogleraren
(en lectoren) binnen de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen die
belast waren met het onderwijs op het terrein van de geologie in brede zin.
Daartoe werd, landelijk, vanouds ook de fysische geografie gerekend Ook
interfaculteiten, zoals die der Aardrijkskunde en Prehistorie (voorheen de
Verenigde Faculteiten der Wis en Natuurkunde en Letteren en Wijsbegeerte),
belast met de verzorging van multidisciplinaire opleidingen, waren in de eer
ste plaats verzamelingen van docenten Die docenten waren dan afkomstig
uit verschillende disciplinegebieden, primair aangesteld binnen de eigen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's