Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 120
De Vrije Universiteit 1880-2005
men geheel in eigen hand, mits de juiste mannen beschikbaar waren. Het volk wilde
waarschijnlijk liever een medische faculteit. Maar opleiding van leraren was niet onbe-
langrijk. De commissie sprak geen voorkeur uit. Zij deelde mee dat de senaat zich achter
plan I stelde, op voorwaarde dat de medische rompfaculteit zou blijven bestaan. Direc-
teuren en curatoren hebben dat advies overgenomen. Natuurlijk moesten de mensen er
wel zijn. De belangrijkste vereiste was, dat zij 'van ganscher harte de gereformeerde
beginselen zijn toegedaan'. Uit de aard der zaak moesten zij ook de verlangde bekwaam-
heid bezitten. Maar directeuren waren bereid voor personen die aan de hoofdeis volde-
den, de weg te effenen als zij zich verder wilden bekwamen. In drie jaar kon veel gebeu-
ren.
Daarmee was de zaak beslist. De vervlechting met de stedelijke universiteit in plan ii
leek te veel op Colijns afgewezen voorstel om principiële voorstanders van christelijk ho-
ger onderwijs te bekoren. Als het geen echte medische faculteit kon worden, dan liever
wis- en natuurkunde. Eén groot probleem lag er wel. De commissie legde niet voor niets
sterke nadruk op de toewijding aan de gereformeerde beginselen. In die tijd speelde in de
gereformeerde kerken de kwestie-Geelkerken. We komen daar uitvoeriger op terug,
maar hier kan reeds gezegd worden dat juist onder de beoefenaars van de natuurweten-
schappen tamelijk veel medestanders van Geelkerken werden aangetroffen.^^o Daarom
bestonden er aarzelingen, met name ook bij de curatoren Van Schelven en Scheurer, of
de risico's niet te groot zouden zijn.3" Colijn durfde het echter wel wagen, als er maar
mannen gevonden werden die het talent bezaten het verband te ontdekken tussen hun
wetenschapsgebied en de gereformeerde beginselen. Indien nodig konden enkele 'be-
kwame jongelui' speciaal voor dat doel nader worden opgeleid, zoals Idenburg voorstel-
de.372 Maar het zou al spoedig 1930 zijn. Voor de eerstvolgende jaren was er dus werk ge-
noeg.
SPANNINGEN EN PROBLEMEN
L 1
OP ZOEK NAAR EEN EIGEN CULTUUR
Wetenschap staat niet op zichzelf, ze is ingebed in de cultuur. Moet de ene christelijk en
meer bepaald calvinistisch zijn, dan zal dat niet minder waar zijn voor de andere, of het
blijft bij subwetenschap in een subcultuur. De student D.W.B, had het begrepen, toen
hij in een artikel van 1907 in navolging van Kuyper poneerde dat 'door het machtige feit
der palingenesie (wedergeboorte) de menschheid als in twee groepen is gesplitst'. Daar-
om bestond er niet alleen tweeerlei wetenschap, maar ook tweeerlei kunst.373 Toch klinkt
het nogal overmoedig, wat F.W. Grosheide in 1919 durfde te stellen over de verhouding
van christendom en cultuur; 'Vroeger was 't: wat nemen wij er uit.'' Nu: wat dragen wij
er in.'"374 Veel calvinisten zullen zich toch eerder herkend hebben in de mismoedige be-
116 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's