Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 117
De Vrije Universiteit 1880-2005
nale vlak. Dat leidde haast vanzelf tot meer samenwerking en minder confrontatie. Als
om dat te bewijzen nam Buytendijk voor zijn laboratorium een katholieke assistent in
dienst^^^ die niet de enige vreemde eend in de gereformeerde bijt zou blijven. Principi-
ële vragen behandelde Buytendijk in de kring van de Christelijke Vereeniging voor Na-
tuur- en Geneeskundigen. Hoewel hij het darwinisme als achterhaald beschouwde^'W,
kon hij de evolutie aanvaarden, die hij niet in strijd achtte met de bijbel.3« Wel geloofde
hij dat de afstand tussen mens en dier te groot was om anders dan langs bovennatuurlijke
weg verklaard te kunnen worden. Maar de Schrift verzette zich niet tegen de gedachte,
'dat uit een kiem van een hoogere aap door goddelijke inwerking de mensch is ont-
staan'.346 Curatoren en directeuren bleven hun zorgen houden over Buytendijk.347 Die
deed er niet geheimzinnig over, en bestookte zijn ambtgenoten van de theologische facul-
teit 'met allerlei vragen, die voor hem als bioloog om oplossing vroegen, wilde hij geloof
en wetenschap in harmonie brengen'.34'* Ook in zijn geval blijft de vraag open of de Vrije
Universiteit en Buytendijk elkaar op den duur hadden verdragen. Bij diens vertrek in
1924 merkte Bouman in elk geval op, dat Buytendijk 'met zijn idealisme niet altijd prac-
tisch noch volgens de historische beginselen te werk ging'.^w
De medische faculteit was trouwens hoe dan ook een zorgenkind. Was de Vrije Uni-
versiteit een handelsonderneming, zei mr. H. Bijleveld in de jaarvergadering van 1921,
dan zou surseance van betaling aangevraagd moeten worden. Het verdiende daarom
ernstige overweging, de hulp van de overheid in te roepen.35 In de nabije toekomst zou-
den de kosten zeker nog aanzienlijk stijgen. Bouman wilde ten behoeve van de opleiding
samenwerking zoeken met een ziekenhuis.35" In 1920 werden besprekingen gevoerd met
het bestuur van de Gereformeerde Vereeniging voor Ziekenverpleging. Bouman bere-
kende zeer globaal dat de uitgaven voor een ziekenhuis zouden komen op 438.000 gul-
den, waarbij dan nog slechts gedacht was aan twee nieuwe hoogleraren: een internist en
een chirurg. Subsidie was dus noodzakelijk, maar daar leek niet veel kans op te be-
staan.352 Men probeerde het in 1921 met een bescheiden aanvrage voor 50.000. Dat le-
verde een jaarlijkse subsidie op van 20.000, voor 'psychiatrische en physiologische
onderzoekingen'.353
Colijn probeerde een uitweg te vinden. Op de jaarvergadering te Leeuwarden in 1922
hield hij een rede over de uitbreiding van de Vrije Universiteit. Daartoe ontbraken zowel
de middelen als de mensen, terwijl op subsidie niet te rekenen viel. Dan stonden slechts
twee mogelijkheden open. Men kon het doel beperken, en tevreden zijn met uitbouw
van de drie bestaande faculteiten. Of men kon een andere weg inslaan. De Vereeniging
kon aan de openbare universiteiten bijzondere leerstoelen vestigen, die moesten uit-
groeien tot parallelfaculteiten. Die maakten dan deel uit van de Vrije Universiteit, maar
waren tevens geïncorporeerd in het lichaam van de openbare instellingen. Zo zou de me-
dische faculteit aanleunen tegen de bestaande universiteiten, die een groot deel van de
opleiding voor hun rekening zouden nemen. Maar dat was geen onoverkomelijk be-
zwaar. Bij veel vakken was de geestesrichting van de docent niet van belang.354
ERVEN OF LENEN 1905 1926 "3
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's