Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 163
De Vrije Universiteit 1880-2005
gen. Hervormde theologen als J.H. de Groot en M. van Rhijn zagen in hem de typische
representant van het apologetische neocalvinisme. De Groot noemde in de collegezaal
Berkouwers boek over het probleem der schriftkritiek 'erger dan Assen'.'^' Berkouwers
bekwaamheid was onomstreden. Maar een vernieuwer zag men in hem niet. Hij had zich
doen kennen als een met alle theologische wapens toegeruste verdediger van het calvi-
nistisch erfgoed. In die verwachting is hij benoemd.
DE JURISTEN
De juridische faculteit kreeg vanaf 1926 in korte tijd een heel ander voorkomen. Dooye-
weerd kwam in 1926, V.H. Rutgers in 1928, Gerbrandy in 1930. Met vijf hoogleraren
was ze nu landelijk gezien op een hoger plan gebracht. Drie markante figuren deden al-
dus hun intrede, drie mannen ook die elk op hun manier meer zijn geweest dan enkel
hoogleraar in de juridische faculteit. Dooyeweerds betekenis lag op het terrein van de fi-
losofie, dat later in dit hoofdstuk aan bod komt. Rutgers en Gerbrandy hebben belang-
rijke rollen vervuld in het openbare leven. In hun relatie tot de Vrije Universiteit moe-
ten we hen beiden toch in de eerste plaats beschouwen als hoogleraren van de juridische
faculteit.
Rutgers was op stellingen gepromoveerd, zoals in de juridische faculteit destijds mo-
gelijk was, en had nooit groter werk gepubliceerd'^^, maar gold van jongsaf als een belof-
te. Zowel Fabius als Anema hadden hem reeds lang als collega begeerd'^3^ toen hij einde-
lijk, na een veelzijdige ervaring als advocaat, Kamerlid, burgemeester en minister op
ruim vijftigjarige leeftijd werd aangesteld als hoogleraar voor Romeins recht en straf-
recht. Een eenzijdig op de wetenschap gericht geleerde is hij nooit geworden. De over-
heid bleef gaarne een beroep doen op zijn brede politieke en maatschappelijke ervaring,
met name om Nederland te vertegenwoordigen op internationale conferenties over vre-
de en ontwapening.'^"* Voor die taken was hij des te geschikter, omdat het Frans letter-
lijk zijn moedertaal was. In het Frans bereikte hij een hogere graad van welsprekendheid
dan in het Nederlands, meende zijn schoonzoon Bruins Slot'^s. Hij zal het als compli-
ment bedoeld hebben, maar als redenaar achter de katheder was Rutgers bepaald niet op
zijn best. Zijn opvolger P.J. Verdam merkte pas welk een indrukwekkende kennis zijn
leermeester van het Romeins recht had bezeten, toen hij diens bibliotheek had overgeno-
men. In de collegezaal deed Rutgers niet veel meer dan voorlezen uit een boek'^^, al
brabbelend voor zich heen pratend.'^^
Hij vormde studenten op andere manieren. De jonge De Gaay Fortman kwam veel bij
hem thuis, en leerde hem kennen als 'een superieur man'. '^^ Zijn optreden was stijlvol en
voornaam, en toch volstrekt niet hooghartig, zodat ieder zich bij hem op zijn gemak voel-
de.'^9 Daarom kon hij ook een welkome gast zijn op de studentensociƫteit, waar hij dik-
wijls om twaalf uur in de avond nog kwam binnenlopen. Over de vraag of hij 's nachts ook
nog wel eens sliep zijn de meningen verdeeld. Volgens Oranje ging hij punctueel om half-
CHRISTELIJKE WETENSCHAP 1926-1955 IS9
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
![Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 163](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/publicaties-vu-geschiedenis/een-hoeksteen-in-het-verzuild-bestel-de-vrije-universiteit-1880-2005/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's