GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 73

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 73

De Vrije Universiteit 1880-2005

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

openbare de voorkeur verdienden. Dat waren tenminste geen propaganda-instellingen,

'waar de hoogleraren geregeerd werden door de theologische leiding'.379

Andere bezwaren kwamen van hervormde zijde. Vijfentwintig Amsterdamse predi-

kanten, onder wie ex-hoogleraar Hoedemaker, vroegen de Kamer tegen het wetsont-

werp te stemmen omdat het schadelijk was voor de belangen van de hervormde kerk.3^

Eén Kamerlid gaf aan die oproep gehoor, de hervormde predikant J.Th. de Visser^*',

maar verder kon Kuyper rekenen op de steun van de hele rechterzijde. De Eerste Kamer

was echter nog in meerderheid links. Zij verwierp de wet, waarop Kuyper die Kamer

ontbond, in de wetenschap dat na ontbinding een andere meerderheid zou ontstaan. Het

was een ongebruikelijke, maar constitutioneel geoorloofde ingreep, al riep ze natuurlijk

veel kritiek op. De hervormde predikant Bronsveld schreef dat het de koningin gesierd

zou hebben als zij de ontbinding geweigerd had aan die coalitie van katholieken en gere-

formeerden, 'een groep landgenooten van wie de grootste helft behoort tot een kerk, die

den dood van den Vader des Vaderlands heeft toegejuicht, en de andere helft aan het

hoofd heeft een man, die de kerk verfoeit waarvan Hare Majesteit lid is'.3^^ Het mocht

niet baten. Op 22 mei 1905 nam de Eerste Kamer het voorstel aan.3^3

Voor de Vrije Universiteit had de verandering ingrijpende gevolgen. Het belangrijkst

was uit de aard der zaak dat haar graden nu geldig waren. Juristen hoefden niet langer

tweemaal examen te doen in dezelfde vakken. Maar rechten zijn altijd verbonden met

plichten. De erkenning was aan twee voorwaarden gebonden. Ten eerste moesten er nu

direct ten minste drie faculteiten zijn, na uiterlijk vijfentwintig jaar een vierde, en na vijf-

tig jaar een vijfde. Ten tweede diende een faculteit te bestaan uit ten minste drie hoogle-

raren. Aan die eis voldeed alleen de theologische faculteit. De eenlingen Fabius en Wol-

tjer zouden dus beiden op korte termijn elk twee collega's moeten krijgen. Maar waren

die beschikbaar? Nog in september 1898 had de senaat op een vraag van directeuren ge-

antwoord, geen personen te kunnen noemen die voor een van de drie faculteiten in aan-

merking kwamen.s^-t Het zou dan ook wel eens meer dan een theoretische bespiegeling

kunnen zijn, dat het jaarverslag van de Vereeniging over 1903 eraan herinnert dat het

lidmaatschap van een gereformeerde kerk slechts verplicht is voor hoogleraren in de

theologie. Het was daarom wenselijk, dat voor benoemingen in andere faculteiten 'aan

directeuren eenige meerdere vrijheid van keuze gegund werd'.3^5

Wat men zich daarbij concreet gedacht heeft blijkt nergens. In 1904 kwamen wel vier

nieuwe benoemingen tot stand, maar alle betrokkenen waren gereformeerd. Een zekere

verlegenheid spreekt misschien toch uit het feit dat ze zonder uitzondering nog jong wa-

ren. A. Anema en C. van Gelderen hadden de mijlpaal van dertig levensjaren nog niet

ver achter zich, P. A. Diepenhorst en R.H. Woltjer hadden die nog niet bereikt. Diepen-

horst was net gepromoveerd, in mei 1904, Woltjer werd voorgedragen in afwachting van

zijn promotie in december van dat jaar. Anema was de enige die al wat langer in beeld

was. Hij had in 1897 onder de titel Calvinisme en rechtswetenschap een door en door

kuyperiaans geschrift gepubliceerd, en dat met een uitvoerig en zeer persoonlijk schrij-

ALLEEN OP WEG 1880-1905 69

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's

Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 73

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's