Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 20
minst als reëel te beschouwen probleem aan'". Dat hij zijn directe bemoeienis om
daarvoor een oplossing te vinden beperkte tot het openbaar hoger onderwijs was
conform de tot dan toe geldende praktijk. Een en ander neemt met weg dat de
minister formeel over voldoende speelruimte beschikte (en de verander(en)de
bekostigingssituatie bij het bijzonder hoger onderwijs zou een extra reden kunnen
zijn geweest om daarvan gebruik te maken) om ook van de Vrije Universiteit een
bijdrage te vragen aan de oplossing van de door hem gesignaleerde problemen.
In een schrijven van 1 augustus 1966 aan de voorzitter van de Academische Raad
deed de minister, na verontwaardigde reacties vanuit de openbare instellingen en
de politiek, in dit opzicht een belangrijke concessie hij verklaarde zich bereid om
ook de bijzondere instellingen bij de herstructurering van de aardwetenschappen
te betrekken.
Eerder al, bij schrijven van 18 mei 1966, had de subfaculteit Geologie van de Vrije
Universiteit de sectie Aardwetenschappen van de Academische Raad laten weten
zich geenszins te willen onttrekken aan overleg over taakverdeling In veel opzich-
ten was de ministeriele brief van december 1965 voor de subfaculteit Geologie (en
in potentie ook voor de sterk met de geologische subfaculteit verweven afdeling
Fysische Geografie) aan de VU tenminste even bedreigend als voor de openbare
zusterinstellingen Immers, deed de subfaculteit aan de VU mee in het ontwerpen
en realiseren van landelijke maatregelen, dan was zij als kleine en jongste partner
uiterst kwetsbaar. Trok de subfaculteit zich echter terug op het bastion van het
bijzonder hoger onderwijs, dan dreigde elk perspectief om ooit uit te groeien tot
een serieuze en geaccepteerde partner in de Nederlandse en internationale geolo-
gische wereld definitief om zeep geholpen te worden. Uit dat laatste vloeiden
potentieel ook consequenties voort ten aanzien van de persoonlijke carrièreontwik-
keling van de VU-docenten. Alleen al op grond van deze praktische overwegingen
stond de jonge subfaculteit geen andere keuze ter beschikking dan die van solida-
riteit met de openbare zusterinstellingen. Maar die strategische keuze werd gedra-
gen door de overtuiging van alle betrokken docenten en stafleden. Allen hadden
hun studie volbracht aan een openbare instelling en zij waren zich, persoonlijk
meer of minder intensief betrokken bij de gereformeerde beginselen, bewust van
de realiteit en de betekenis van de wereld buiten de VU, waarschijnlijk meer dan
de gemiddelde docent aan de Vrije Universiteit in die dagen. Loyaliteit aan de
universiteit, j a , maar evenzeer loyaliteit aan het eigen vakgebied.
De landelijke herstructurering en de VU; een samenvatting
Vanaf het verschijnen van de ministeriele brief in december 1965 heeft het bijna
zes volle jaren geduurd voordat de "herstructurering der aardwetenschappen" uit-
eindelijk resulteerde m een overeenkomst tussen de betrokken instituten en uni-
versiteiten". De effectuering van die samenwerkingsovereenkomst zou zelfs nog
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's