Omstreden normalisering - pagina 50
Hoe de Vrije Univseriteit veranderde in de lange jaren zeventig
kennis van zaken oordelen velden over natuurwetenschappelijke
kwesties. Succesvolle (christelijke) natuurwetenschappers treden vol-
gens Hooykaas de werkelijkheid bescheiden tegemoet en accepteren
empirische feiten.^^
Ook de geschiedenis van de medische faculteit laat een forse worste-
ling tussen geloof en wetenschap zien. Medisch historicus Leo van Ber-
gen, biograaf van de medische faculteit, heeft deze worsteling scherp
samengevat in de titel van zijn omvangrijke studie, namelijk: Van gene-
zen in geloof tot geloof in genezen, een langdurig proces van bijzonder naar
normaal^^ Hij doet verslag van studenten die worden opgeleid als
christen-arts. Zij moeten een tegenwicht bieden aan de materialistische
artsen die aan de openbare universiteiten worden opgeleid. Het is ook
een verhaal over de geringe belangstelling voor een wetenschappelijke
aanpak, de angst voor empirie, het gevoelde ongemak met ethische
kwesties en de rigiditeit in denken, aldus recensent Antoon Janssen."**
'In de hand van de arts werd lange tijd de hand van God gezien', aldus
historicus Peter Jan Knegtmans in zijn recensie.''^
Een ander voorbeeld uit de pre-zestiger jaren dat illustratiefis voor
de worsteling die de VU met empirische wetenschapsbeoefening heeft
doorgemaakt is professor Jan Waterink (1890-1966). Een gematigd
vooruitstrevend neo-calvinistische voorman. Hij bepleit modern on-
derzoek en is uitdrukkelijk voorstander van seksuele opvoeding. Zijn
theoretisch werk wordt ernstig bekritiseerd, in eigen reformatorische
kring door bijvoorbeeld Dooyeweerd, maar ook door anderen, zoals
door hoogleraar Pedagogiek M.J. Langeveld. Waterink richt een eigen
VU-laboratorium voor pedagogiek en psychologie op: het Pedolo-
gisch Instituut. Daarmee lukt het hem een onderzoekspraktijk binnen
de VU te starten. De neo-calvinistische uitgangspunten die Waterink
hanteert, vormen voor hem geen beletsel om aan de slag te gaan met
onder meer klinische psychologie, testpsychologie en orthopedago-
giek.''^ Hij legt hiermee een belangrijk fundament voor een bloeiende
psychologische onderzoekspraktijk die de hoogleraren Fokkema,
Boekestein en Drenth in de jaren zestig weten te vestigen.
Een laatste voorbeeld van de worsteling tussen wetenschap en geloof
betreft de faculteit der Economische en Sociale Wetenschappen, die in
1948 is opgericht. Founding fathers als Jelle Zijlstra en Folkert De Roos
schudden elke levensbeschouwelijke bemoeienis, bijvoorbeeld inge-
geven door president-curator Donner, direct van zich af Ze houden,
aldus VU-hoogleraar HansVisser in Hoedje voor profeten, dat zijn ge-
48
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 388 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 388 Pagina's