GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 178

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 178

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

174 V A Voorspel en begin

Universitaire Bestuurshervorming zou haar organisatorische structuur grondig ver-

anderen. Maar ondanks organisatorische problemen en latere bezuinigingen, zou zij

als een zelfstandige faculteit blijven bestaan en na haar naamsverandering in 1987 in

Faculteit der Wijsbegeerte blijven voorbestaan.

2 Opvolging van VoUenhoven-de kwestie-Van Peursen

Aan de Vrije Universiteit vielen de voorbereidingen tot het instellen van de Centrale

Interfaculteit en de opvolging van Vollenhoven ongeveer samen. Voor een onder-

deel van Vollenhovens leeropdracht, de filosofie van de oudheid, had de Faculteit

der Letteren en Wijsbegeerte in het najaar van 1962 al besloten dat dr. A.W. Bege-

mann zou vi^orden voorgedragen als buitengewoon hoogleraar.' Ter voorbereiding

van de opvolging voor andere onderdelen van Vollenhovens leeropdracht werd een

'brede faculteitscommissie' ingesteld. Deze commissie kwam in het voorjaar van

1963 met het voorstel tot benoeming van drie nieuwe docenten, elk met de enige

tijd later geformuleerde leeropdracht: de Leidse hoogleraar dr. C A van Peursen als

buitengewoon hoogleraar voor kentheorie en wetenschapsleer, en de calvinistische

filosofen dr. H. van Riessen als gewoon hoogleraar voor systematische filosofie,

cultuurfilosofie en de inleidingscolleges, en dr. J. van der Hoeven als lector voor de

geschiedenis van de moderne filosofie. Met Van Riessen en Van der Hoeven had de

faculteit geen moeite, maar de voordracht van Van Peursen stuitte op bezwaren van

de kant van de leden van de wijsgerige sectie.'

Tijdens een vergadering van de Faculteit der Letteren in het vroege voorjaar van

1963 deelden de leden van deze sectie een nota uit, waarin zij hun bezwaren had-

den uiteengezet. Zij stelden dat het niet ging om de vraag of Van Peursens filosofie-

onderwijs wel of niet in overeenstemming was met de calvinistische wijsbegeerte.

Ook stond het christen-zijn van Van Peursen niet ter discussie - hij onderschreef

de grondslag van de Vrije Universiteit -, maar wèl dat de filosofie van Van Peur-

sen niet verenigbaar zou zijn met deze grondslag. Hij zou namelijk de doorwer-

king van de religieuze antithese tussen christelijk en niet-christelijk filosoferen niet

erkennen. Daarom zou hij onkritisch staan ten opzichte van zijn eigen filosofie en

andere filosofische stromingen. Bovendien bevatte de nota verscheidene citaten uit

publicaties van Van Peursen, die duidelijk moesten maken dat zijn Bijbelbeschou-

wing onaanvaardbaar was. Van Peursen zou aan de Vrije Universiteit een 'slechts

verwarrende invloed op de studenten uitoefenen', erger nog: 'onoverzienbaar zou

de schade zijn, indien Dr. van Peursen tot hoogleraar aan de Vrije Universiteit zou

worden benoemd'.^

5 Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte, Notulen^ 6 november 1962

6 De 'brede faculteitscommissie' bestond uit de leden van de wijsgerige sectie, Vollenhoven, Zuidema en Smit,

en veider dr J J . Thierry (hoogleraar patristisch Latijn als voorzitter), dr L Geschiere (hoogleraar Frans), dr

G Wielenga (hoogleraar pedagogiek) en dr H R Wijngaarden (hoogleraar psychologie) De drie leden van de

wijsgerige sectie hadden in de commissie Van Riessen en Van der Hoeven voorgesteld De andere vier leden

moeten Van Peursen hebben voorgesteld In gesprekken met enkele hoogleraren die destijds zijdelings bij de

voorbereiding van de benoeming waren betrokken dan wel later erover hadden gehoord, vernam ik dat de rector

prof W F de Gaay Fortman Van Peursen zou hebben overgehaald om zich voor een hoogleraarschap aan de

Vrije Universiteit beschikbaar te stellen

7 Nota wijsgerige sectie (2 5 maart 1963), in Van Peursen, Personeelsdossier, in archief CIF, doos 113

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 178

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's