GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 222

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 222

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

2l8 V B Filosofen van de systematische vakken

Ook de normativiteit van de werkelijkheid is niet een statisch gegeven, maar iets dy-

namisch dat door de mens in zijn omgang met de werkelijkheid wordt onthuld. Ook

de menselijke identiteit is in een deiktische ontologie in het geding. De identiteit van

de mens blijkt uit wat hij doet: hij gaat om met de werkelijkheid, leeft erin, verwijst

ernaar en is erop betrokken, maar wordt er niet door gedetermineerd. Hoe meer hij

zich bewust wordt van zijn aanwijzend spreken en handelen dat de werkelijkheid tot

werkelijkheid maakt, des te meer zal hij zich ook bewust worden van zijn kritisch-

morele en -religieuze verantwoordelijkheid en van zijn positie ten opzichte van zijn

medemensen, die zijn plaats in de wereld bepalen.'^'

Het tweede onderzoeksproject resulteerde in het boek Wetenschappen en werke-

lijkheid. Na een inleiding over de wijze waarop de methode een centrale rol in de we-

tenschappen vervult, wilde hij duidelijk maken waarom de mens juist via de methode

van een wetenschap op zijn wereld kan ingrijpen. Op grond van een deiktische onto-

logie ging hij ervan uit dat de wetenschap niet tegenover de werkelijkheid staat, maar

er zelf deel van uitmaakt. De wetenschap is niet alleen uit de wisselwerking tussen

mens en wereld voortgekomen, maar de mens heeft via de wetenschap vat op de we-

reld gekregen. Wetenschappelijk onderzoek heeft verborgen wetten of structuren in

de werkelijkheid ontdekt, maar met dat onderzoek ontwikkelt de mens ook een be-

paald beleid of een strategie waarmee hij op de wereld ingrijpt.'^''

Van Peursen besteedde eerst aandacht aan de formele wetenschappen (wiskunde en

logica), die geen directe verwijzingen bevatten naar de empirische werkelijkheid; zij

analyseren operatieregels en logische structuren. Die formele systemen kunnen een

nadere interpretatie krijgen in de theoretisch-empirische wetenschappen die op be-

schrijving en verklaring zijn gericht (natuur- en sociale wetenschappen). Vervolgens

kunnen de taal en theorieën van de empirische wetenschappen hun toespitsing krijgen

in de toegepaste (geneeskundige, juridische en theologische) wetenschappen, die re-

gels bevatten om praktische doelen te verwerkelijken (genezing, herstel van rechts-

verhoudmgen en verkondiging). De toepassing van deze regels leidt tot besluitvor-

ming waarin diverse ethische, sociale, politieke en religieuze motieven een rol spelen.''

Wat het zoeken naar waarheid betreft hanteren de formele wetenschappen niet de

waarheid als criterium (omdat zij geen verwijzing naar de empirische werkelijkheid

hebben), maar het criterium van juist of onjuist (binnen bepaalde theorieën). De em-

pirische wetenschappen zijn wel gericht op het beschrijven en verklaren van ver-

schijnselen in de werkelijkheid. Zij gebruiken wel het criterium van waarheid, maar

in een beperkte betekenis, namelijk of een bewering als onderdeel van een theorie wel

of niet het geval is. In de toegepaste wetenschappen komen criteria als waar of geldig

aan de orde en wel binnen het meeromvattende criterium van de toepasbaarheid in de

dagelijkse werkelijkheid van het praktisch-moreel handelen. Dan worden criteria als

waarheid en toepasbaarheid opgenomen in een evaluerende beoordeling van be-

trouwbaarheid van regels. Betrouwbaarheid is meeromvattend dan waarheid, omdat

zij meer is dan ware beweringen over feiten; zij wordt bepaald door de levensoriënta-

tie van mensen en hun beoordeling van bepaalde ware bewermgen (en alternatieve

ware beweringen) in een concrete situatie.'^*

65 Van Peursen, Feiten, waarden, gebeurtenissen, pp 24, 212-214 In het )aar waarin dit boek verscheen (1968),

publiceerde hij ook Fenomenologie en analytische filosofie. Eerder waren verschenen Fenomenologie en werke-

lijkheid (1967), Ludwig Wittgenstein (1965) en Leibniz (1966).

66 Van Peursen, Wetenschappen en werkelijkheid, pp. 7-10,34-39

67 Van Peursen, Wetenschappen en werkelijkheid, p 213.

68 Van Peursen, Wetenschappen en werkelijkheid, pp. 216-224, 232-240.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 222

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's