GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 295

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 295

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

I Rechtsfilosofie 291

genover het uit de integrale samenhang van onze ervaringswereld geabstraheerde

niet-logische veld van onderzoek w o r d t gesteld. Vervolgens moest dat niet-logische

veld van onderzoek in een theoretische synthese begripsmatig w o r d e n gevat en in

een wetenschappelijk systeem gebracht.''

Op grond van deze kentheoretische benadering wilde Hommes de vraag 'Wat is

recht?' beantwoorden. Vervolgens hanteerde hij een transcendentale methode om

het fundamentele rechtsbegrip op te sporen. Alleen deze methode zou volgens hem

zicht kunnen bieden op de modale structuur van het recht.' Vervolgens maakte

Hommes, in navolging van Dooyeweerd, duidelijk dat de juridische ervaringswijze

volgt en gebaseerd is op de haar funderende modale aspecten. De juridische erva-

ringswijze gaat echter vooraf aan het morele en het geloofsaspect. Als zodanig wordt

de structurele opbouw van de juridische ervaringswijze bepaald door zijn samen-

hang met die andere ervaringswij zen of modale aspecten.

Deze structurele opbouw van het juridische aspect zou tot uitdrukking komen in

een reeks retrocipaties naar de funderende aspecten en anticipaties naar de aspecten

van het morele en het geloof. Zo vindt men juridische retrocipaties naar het getalsas-

pect in ó.e juridische eenheid en veelheid, naar het ruimtelijke aspect in de. juridische

plaats van rechtsfeiten en het geldingsgebied van rechtsnormen, naar het bewegings-

aspect in juridische constantie en dynamiek, naar het fysisch-energetische aspect in

rechtskracht, rechtswerking en juridische causaliteit, naar het biotische aspect in het

rechtsleven en rechtsorganen, naar het psychische aspect in juridische wilsvorming,

naar het logisch-analytische aspect in rechtsbetrekking, juridische toerekening, juri-

dische overeenstemming en tegenspraak, respectievelijk rechtmatigheid en onrecht-

matigheid, naar het taal- of symbolische aspect 'm juridische symboliek, betekenis en

interpretatie, naar het sociale aspect m juridisch verkeer m juridische maatschaps- en

gemeenschapsbetrekkingen, naar het economisch aspect in juridische maat en belang

en verbod van rechtsexcessen, en naar het esthetisch aspect m juridische harmonie of

evenredigheid.''

Volgens Hommes zijn deze retrocipaties normatieve structuurbeginselen van het

juridisch aspect en als zodanig constitutieve modale rechtsbeginselen, die in een

rechtsorde behoren te worden gerealiseerd. Deze juridische begripsvorming moet

zich echter niet richten op de juridische anticipaties naar het morele en het geloofsas-

pect. Deze anticipaties zouden aan de constitutieve rechtsstructuur namelijk een re-

gulatieve en ontsluitende dynamiek geven. De juridische anticipaties naar het morele

aspect zouden tot uitdrukking komen in wat men de juridische moraal noemt. En de

beginselen van de juridische moraal zouden uiteindelijk alleen kunnen worden bena-

derd met behulp van de theoretische rechtsidee, die via het geloofsaspect verwijst

naar de transcendente idee van de religieuze volheid van gerechtigheid. Met andere

woorden, de transcendentaal-juridische begripsvorming, die betrokken is op de con-

stitutieve juridische structuurmomenten, ligt ten grondslag aan de theoretische

rechtsidee, terwijl deze begripsvorming door de theoretische rechtsidee wordt ont-

sloten.7 Ook analyseerde Hommes samgestelde rechtsbegrippen.

4 Hommes, De methodische betekenis, pp lo-i i

5 Hommes, De methodische betekems, p. 13

6 Hommes, De methodische betekenis, pp 21-23 Dit alles heeft hij later uitgewerkt in zijn De elementaire

grondbegrippen der rechtswetenschap

7 Viorwmes, De methodische betekenis, Y>p lyiS.

V^JHÊ^SSM

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 295

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's