GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 312

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 312

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

3o8 V E Vakfilosofische richtingen

heid en waarin de boodschap van Christus en van de profeten en apostelen volledig

actueel is. Dit betekende volgens Sanders niet dat de religie over een volledig beeld

van de mens zou beschikken, dat als norm zou kunnen fungeren voor de psychologie

als wetenschap. In de religie, ook in de Bijbel, werd volgens hem over de mens ge-

sproken op een manier die zich onttrekt aan iedere poging tot wetenschappelijke ob-

jectivering, maar die de mens plaatst in een receptieve ontmoeting met God. In deze

ontmoeting komt de mens tot de diepste religieuze zelfidentificatie. Anders dan de

taal van de wetenschap die gelding heeft binnen methodologisch begrensde orde-

ningskaders, is de taal van het geloof een proclamatietaai die gericht is op de mens die

zoekt naar een bevrijdend perspectief. Wanneer men zou inzien dat wetenschappe-

lijke kennis en taal van een andere orde zijn dan geloofskennis en -taal, dan zou men

ook tot het inzicht kunnen komen dat het oude probleem van de verhouding tussen

geloof en wetenschap een pseudo-probleem is.''"

Al hield Sanders vast aan het onderscheid tussen wetenschappelijke en geloofsken-

nis, hij kwam niet tot een strikte scheiding tussen deze twee. Sprekend over het we-

tenschappelijk onderzoek van de werkelijkheid met behulp van methodologische or-

deningskaders, erkende hij immers dat deze kaders (via het daaraan ten grondslag

liggende proces van functionele structurering) iets onthullen van de werkelijkheid.

Ook de mens die de werkelijkheid met behulp van zijn ordeningskaders onderzoekt,

zou moeten erkennen dat deze kaders zijn activiteiten zijn. De onderzoeker die bezig

is met de werkelijkheid, zo zei Sanders, onthult iets van zijn mens-zijn, zijn betrok-

kenheid bij zijn onderzoek en eventueel zijn geloofsvisie, waarvan hij echter weten-

schappelijk niets kan zeggen.''^ In zijn filosofische reflectie op mens en religie was

Sanders sterk beïnvloed door Martin Buber, en in zijn filosofische reflectie op de

werkelijkheid en de verhouding geloof en wetenschap door de deiktische ontologie

van Van Peursen."

Een integratie van geloof en psychologie en het spreken over een christelijke psy-

chologie, waarover hij in zijn inaugurele rede nog had gesproken, kwamen in zijn la-

tere werken niet meer voor.*'*' Of er wel sprake was van een interactie tussen geloof en

psychologie, zoals Klapwijk suggereerde, lijkt mij ten dele het geval.*" Sanders verde-

digde inderdaad dat de empirische wetenschap de taal van de theologie van veel me-

tafysische ballast kan bevrijden. Theologische taal beschouwde hij als een afstande-

lijk en geobjectiveerd kennissysteem dat de transcendente werkelijkheid in begrippen

poogt te vatten. Hoewel wetenschappelijke kennis, bevat theologische kennis altijd

inzichten, begrippen en beelden die tijd- en cultuurgebonden zijn en die derhalve

voortdurend herijking nodig hebben. Anderzijds kan het geloof de wetenschap be-

vrijden van een verabsolutering van haar inzichten. Hij wees een christelijke empiri-

sche wetenschap af, maar verdedigde een metawetenschappelijk standpunt op grond

waarvan de a priori's en pretenties van de wetenschap worden getoetst aan Bijbelse

noties. Een gelovige hoeft niet te zwijgen, maar kan in proclamatietaai iets tot uit-

drukking brengen van de zin en bedoeling van wat hem in zijn onderzoek bezig-

houdt. Er is dus interactie mogelijk, maar deze is begrensd. Sanders erkende dat een

psycholoog met zijn wetenschap iets onthult van de wereld, zijn mens-zijn en zijn

betrokkenheid bij de objecten die hij onderzoekt, waarbij een geloofsvisie niet is uit-

41 Sanders, Christelijk geloof en empirische psychologie, p 9 Idem, 'De taal van de predikant', pp. 221-223, 227.

42 Sanders,'De taal van de predikant', p 225,

43 Zie interview met Sanders in 't Kladschrift, (1985/1986), 2, pp. 9-10.

44 Sanders, Chtistelijk geloof en empirische psychologie {inaug rede), p. 18.

45 Klapwijk, 'Honderd jaar filosofie', p . 581.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 312

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's