GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Oud-Testamentische profetie en de staat Israël - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Oud-Testamentische profetie en de staat Israël - pagina 41

Rede bij de 69e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

staan: al gaat men niet zo ver als Bertheau en Siegfried, die de uitdrukking opvatten als „ieder naar de hem aangewezen stad", men zal Keil geen ongelijk kunnen geven, dat de woorden gelden a p o t i o r i , en dat er natuurlijk een aantal uitzonderingsgevallen geweest zijn. Bovendien wil ik er op wijzen, dat in het onmiddellijk volgende vers (Ezra 2 : 2 en Neh. 7 : 7) de samenvatting nog eens wordt herhaald, en dan zo, dat er sprake is van „het getal der mannen van het volk I s r a ë 1". Wanneer dit, zoals Binnendijk zegt, moet worden ganterpreteerd in verband met het voorafgaande vers, dan stelt wat daarover is opgemerkt in het licht, dat de beperking tot de Judeeërs niet juist is. Overigens heb ik uitdrukkelijk erkend, dat de teruggekeerden uit de Tien Stammen slechts een minderheid vormden, al zijn er redenen deze minderheid niet voor geheel onbeduidend te houden (Het herstel van Israël, blz. 110); en in verband daarmee is het volkomen begrijpelijk, dat in de boeken Ezra en Nehemia in den regel alleen van Juda (Ezra 3 : 9; 4 : 4; Neh. 4 : 16) of van Juda en Benjamin (Ezra 1 : 5; 4 : 1; 10 : 9) gewag wordt gemaakt. Dit is ook een zegswijze a p o t i o r i . Ik moge hieraan nog een vraag toevoegen die bij mij gerezen is: wanneer in het boek Esther sprake is van Joden, die door het gehele uitgestrekte Perzische rijk verspreid waren (Esth. 3 : 12, 13; 8 : 9; 9 : 20, 30), hebben wij dan uitsluitend aan afstammelingen van de in 597 en 586 v. Chr. uit Juda gedeporteerden te denken, en kunnen daaronder ook niet leden van de Tien Stammen te verstaan zijn, op wie de naam m i H ' in ruimeren zin werd toegepast? Dit zou het feit, dat onder de teruggekeerden ook afstammelingen van de door Salmanassar weggevoerden behoorden, te geredelijker verklaarbaar maken. Het komt mij niet ongewenst voor hier tevens enkele woorden te wijden aan de perikoop Jer. 3 : 12—18 die in verband met het vraagstuk van den terugkeer van de Tien Stammen eveneens van bizonder belang is. Binnendijk a. w. blz. 69 maakt bezwaar tegen mijn opvatting dat in de verzen 14—17 de toespraak van den profeet niet gericht is tot de Tien Stammen i n b a l l i n g s c h a p , maar tot de nog in Kanaan verblijvende rest (zie mijn Korte Verklaring van DeH profeet Jeremia I, Kampen 1923, blz. 26, waar verwezen wordt naar Jer. 2 : 4, a. w. blz. 12). Allereerst moet ik er op wijzen dat Binnendijk ten onrechte beweert dat deze opvatting door mijn Korte Verklaring zelf weersproken wordt omdat ik in de bewuste perikoop uitsluitend een tegenstelling zie tussen het Tienstammenrijk en Juda (a. w. blz. 24 v.) — het een laat zich met het ander volkomen verenigen: in Jer. 3 : 6—10 wordt de historie in het verleden getekend, tot en met de verwerping van het Tienstammenrijk (vs 8 ) ; en daarna wordt in vs 12 het woord des HEEREN gericht tot degenen die van dat Tienstammenrijk nog in Kanaan zijn achtergebleven. Binnendijk heeft voorts volkomen over het hoofd gezien waarop mijn argumentatie berust; zij is ontleend aan het Goddelijk bevel: „roep deze woorden uit naar het Noorden", waan^oor ik deze verklaring geef: „wijl het voormalig gebied van Israël ten Noorden van Juda lag." Ik weet wel dat vele exegeten een andere inter-

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1949

Rectorale redes | 52 Pagina's

De Oud-Testamentische profetie en de staat Israël - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1949

Rectorale redes | 52 Pagina's