GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De mens als religieus wezen en de hedendaagse psychologie - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De mens als religieus wezen en de hedendaagse psychologie - pagina 28

Rede uitgesproken op de vierenzeventigste gedenkdag van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

men in de latere jaren (Thorndike) tot mildere vormen te komen. Psychologie is bij deze richting echter steeds berekening en voorspelling van de uiterlijke wetmatigheden van het handelen. De materialistische psychologie van het behaviorisme is in brede kringen in Amerika de grondslag van een geheel systeem, dat leiding poogt te geven aan het practische leven. Vanuit deze psychologie tracht men ook een paedagogiek op te bouwen. Gelukkig hebben ook in Amerika krachtige stemmen tegen dit behaviorisme geklonken. Vooral R. W. Trine maakte zich ten dezen verdienstelijk. Alleen echter reeds het feit, dat de boeken van Watson en van Thorndike in verschillende talen vertaald werden, bewijst wel de grote invloed, die het materialisme, ondanks Bavinck's optimisme, ook na 1916 nog had. Zie ook A. A. Roback, The psychology of character, 1952, pag. 453: „The fact that religious organizations have financed quantitative investigations of personality conducted from a behaviouristic angle, as the stimulusresponse terminology often shows, is a sign of times." Zie voor de betekenis van Pavlov voor de psychologie ook de discussie tussen J. H. van den Berg en H. C. J. Duyker (Van den Berg: Psychologie en theologische anthropologie, 1952; Duyker: De psychologie in het geding, Ned. Tijdschr. v.d. Psychologie, VII.5.1952, en: Van den Berg: Kroniek der Psychologie, 1953, pag. 15 en 45). 1*) Bavinck, a.w. pag. 15 en 16. 15) Heymans, a.w. pag. 25 en 26. 16) Wij laten de vraag, waar de begrenzing ligt van het terrein der psychologie, op dit ogenblik buiten beschouwing. Immers, al zou b.v. Nikolaï Hartmann — „Das Problem des geistigen Seins", 1933 (pag. 42 v.v. en pag. 60 v.v.) — gelijk hebben: „Geistiges Sein ist keine psychologische Angelegenheit", dan nog heeft ook op het gebied, waartoe hij de psychologie begrenzen wil, de vraag naar het wezen van de mens betekenis. De hedendaagse psychologie, die voortdurend uitdrukkingen als: persoon, persoonlijkheid, karakter, mens, levende mens, beleven, doorleven, voelen, doorvoelen, invoelen, angst, vrees, liefde, hoop, geloof, „zijn in de situatie" en dergelijke gebruikt, kan zich echter niet losmaken van de ptoblematiek aangaande het diepste wezen van de mens. Zie ook: A. Wellek, Die Polaritat im Aufbau des Chatakters, 1950, pag. 18 v.v. en 294. Zeer interessant is de opvatting van J. H. v. d. Berg, Kroniek der Psychologie, 1953, pag. 38. 17) B. J. H. Ovink, De zekerheid der menselijke kennis, 1929, pag. 444. 18) Ik wil hier slechts een paar voorbeelden noemen. De wijze, waarop Franziska Baumgarten-Tramer de geloofswaarde van uitdrukkingen als „God verlaat de Zijnen niet", „bij God zal geen ding onmogelijk zijn" en „aan Gods zegen is alles gelegen" verlaagt tot uitingen van een „psychologische Energiespender in der allerschwersten Not", geeft slechts uitdrukking aan het feit, dat zij zich van het wezen van het christelijk geloof geen rekenschap geeft. Deze oppervlakkigheid wordt nog ernstiger door haar opmerking: „Wir verweisen hier auf die bekannten Auffassungen über den Ursprung der Religionen, nach welchen der Drang nach Sicherung, nach Obhut und Stütze zum Glauben an ein allmachtiges und allgütiges Wesen geführt hat". Franziska Baumgarten-Tramer, Die regulierenden Krafte im Seelenleben, Acta Psychologica, VIII, 1951—1952, 283. Met een motivering, die wijsgerig, psychologisch èn, volgens Kunz, biologisch volkomen onaanvaardbaar is, poogt Brun te handhaven, dat de klimaatverandering vóór achthonderdduizend jaar „zeer waarschijnlijk" de ontwikkeling onzer hersenen veroorzaakte, en dat het verdwijnen van de oerwouden in Centraal-Azië de mensen uit de bomen op de vlakke grond bracht, waardoor ze hun voorste ledematen als handen konden gebruiken, zodat als gevolg de „homo faber" kon ontstaan. R. Brun: Ueber biologische Psychologie, Schweiz. Zeitschr. für Psychologie, 1949, pag. 1 v.v.; vgl. Hans Kunz: Ueber biologische Psychologie, Schweiz. Zeitschr. f. Psych., 1949, 317 v.v. En zulke dingen vinden wij niet alleen bij hen, die niet gerekend kunnen worden tot de allergrootsten. De wijze, waarop Jung voortdurend weer zich beroept op de betekenis van de tekst „Hè basileia toe theoe estin entos humoon" (Luc. 17 : 21), waarbij hij een

26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1954

Rectorale redes | 34 Pagina's

De mens als religieus wezen en de hedendaagse psychologie - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1954

Rectorale redes | 34 Pagina's