GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De mens als religieus wezen en de hedendaagse psychologie - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De mens als religieus wezen en de hedendaagse psychologie - pagina 31

Rede uitgesproken op de vierenzeventigste gedenkdag van de stichting der Vrije Universiteit te Amsterdam

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

van God; daarmee is echter geen wezensuitspraak gedaan over het absolute, die het zou reduceren tot het persoonsmatige, maar is gezegd, dat het in deze betrekking intreedt als de absolute persoon, die wij God noemen. Men mag het persoon-zijn van God dus opvatten als Zijn daad, ja, de gelovige zou mogen belijden, dat God terwille van hèm persoon is geworden, omdat in verband met onze menselijke wezensaard een wederkerige betrekking met ons er alleen maar is als een persoonsmatige. Daarentegen kan men van religieus in de hier bedoelde strikte zin niet spreken, waar deze betrekking niet is gegeven en er ook niet kan zijn. Dat is het geval, wanneer een menselijke persoon met het Godsbegrip het volstrekte al-zijn op het oog heeft, waarbuiten zij zelve in het geheel niet meer bestaat als een afzonderlijk wezen, dat als zodanig met dat al-zijn in betrekking zou kunnen treden, zelfs al zou dat slechts geschieden om daarin altijd weer zichzelf te verliezen." Zo zou uit de aard der zaak door talloze voorbeelden zijn aan te geven, dat men op bepaalde feitelijke punten het met iemand eens kan zijn, terwijl men het op dieper niveau geheel oneens is. 59) Ik wil in dit verband de aandacht vestigen op H. R. Wijngaarden, Hoofdproblemen der volwassenheid, 1950. Ook vele belangrijke opmerkingen in J. G. Fernhout, Psychotherapeutische zielszorg, 1950. 60) cf. Triib, a.w. pag. 54. Bij h e t uitspreken van vorenstaande rede werden, o m des tijds wille, verschillende gedeelten, d i e wel in d e g e d r u k t e tekst v o o r k o m e n , weggelaten.

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1954

Rectorale redes | 34 Pagina's

De mens als religieus wezen en de hedendaagse psychologie - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1954

Rectorale redes | 34 Pagina's