GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De weelde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De weelde

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geruimen tijd geleden werd er in deze rubriek o> p gewezen, dat een der voorwaarden voor economische O'pleving is het zich onthouden van weeldeuitgaven.

Een vriendelijk en hoog geacht briefsohrijver uit Indië vestigt er mijn' aandacht op, dat men het ook wel eens anders hoort. Zeer dikwijls wordt er bij de bespreking van dit onderwerp op gewezen, dat het nalaten van weeldeuitgaven door hen, die het betalen kunnen, werkloosheid en malaise ten gevolge heeft, terwijl royale uitgaven aan velen werk en brood geven.

Deze redeneering heeft een schijn van reciht en omdat de kwestie algemeene belangstelling verdient moge ik hier mijn zeer geachten correspondent van antwoord dienen.

Feitelijk moeten wij om deze zaak scherp te zien, even het geld weg denken.

Er zijn van het geld zeer veel definities in-gebruik. Men heeft het genoemd een ruilmiddel, een beschikkingsmacht of ook wel een bon, waarvoor goedelen en diensten te verkrijgen zijn. Zooveel is echter zeker, het geld is niet meer dan een tusschenychakel. Zij, die het liefhebben en zoeken, doen dit niet o^m het geld zelf maar om de dingen, die men er voor koopen kan.

Met geld kunnen wij ons kleeden noch voeden, wij kunnen er geen huis van bouwen en ons er niet mee vermaken.

De werkelijke rijkdom, dat zijh de goederen waarmee 'de menscliheid hare behoeften vervult.

Zien wij nu de geheele wereld als een groote economische eenheid, dan kan gezegd worden, dat tie menschheid per jaar te verteren heeft wat er per jaiar geproduceerd wordt.

Dit zelfde valt te zeggen van een volk en een persoon. Nu „kan oogenschijnlijk van dezen regel worden afgeweken, doorda.t p.ersonen en volken méér verteren dan hun inkomen bedraagt, doch dit.kan alleen tijdelijk geschieden en dan nog ten kosto van het kapitaal, dat in vroeger dagen ontstond, doordat er minder verteerd dan geproduceerd werd.

Aldus gezien is het oofe lang niet onverschillig welke zaken geproduceerd worden.

btellen wij het geval, dat de totale productiecapaciteit in staat is in de totale behoefte aan noodzakelijke dingen te voorzien, dan zal, indien 25 pCt. van de arbeidskrachten en grondstoffen worden aangewend voor de productie van niet-noodzakelijke goederen, er een tekort aan noodzakelijke' goederen moeten ontstaan.

De productie van weeldezaken kan dus hooit plaats hebben zo'Uder arbeidskrachten en grondsloffen te ontnemen aa, n de pro-ductie der noodzakelijke levensbehoeften.

Wij 'mogen aannemen, dat op. 't oogenblik de productie-capaciteit veel grooter is, dan noodig zou .zijn om de meest dringende behoeften te dekken.

Vandaar dan ook, dat wij overal verschijnselen "'zien van verspilling, ondoelmatigheid, proiductieheperking en weelde. Ons oiadoelmatig distril)utiestelsel vraagt in ruime mate arbeidskracht en kapitaal.

Legers en vloten verslinden schatten en beperken de productie.

De opzettelijke productiebeperkingen, toegepast t.v. op rubber, thee, katoen en suiker en nog zeer veel andere verschijnselen maken aannemelijk, dat de algemeene productiecapaciteit meer dan voldoende is.

Het eventueele overschot kan, zoioals uit de gegeven voorbeelden blijkt, op zeer onderscheiden • wijze worden aangewend. Het kan, om twee zaken •scherp tegenover elkaar te stellen, besteed worden voor weeldeuitgaven of om reserves te vormen, die straks opnieuw kunnen dienen om de productie-capaciteit te verhoogen.

Worden arbeidskrachten en grondstoffen gebruikl voor de productie van weeldedingen, dan kunnen 2ij, die zich met deze productie bezighouden, daaraan in den regel wel-goed verdienen. Vandaar, dat plaatselijke of zelfs nationale welvaart zeer goed •op de productie van weeldevoorwerpen kan berusten.

, Dit schept voor velen den schijn, dat de weelde de oorzaak van welvaart is. Het geld moet rollen - Zegt men dan.

• De grondstoffen, die gebruikt worden voor de productie van weeldezaken worden echter onttrokken aan den voorraad die beschikbaar is - voor < ie noodzakelijke productie en daarom zal deze 'daardoor in prijs stijgen.

Hetzelfde geldt van de arbeidskrachten. .Naarmate dus meer aan weelde wordt wegge­ geven, zullen de noodzakelijlve levensbehoeften in prijs stijgen.

Wordt de productie-capaiCiteit voor zoover die niet noodig is, aangewend voor de vorming van kapitaal, dat straks opnieuw de productie kan do'en toenemen, dan zal daardoor de behoeftenvoorziening ruimer worden.

Dit alles zegt natuurlijk niets tegen de weelde als zoodanig.

In 'de eerste plaats is het al onmogelijk de grens to wijzen, die het noodzakelijke van de weelde scheidt.

In de tweede plaats is er een zekere mate van weelde noodig om de menseben tot productief werken te prikkelen. In menig leven zou de drijfveer tot arbeid ontbreken, indien vaststond, dat het deel, dat tot vertering beschikbaar is, niet grooter kon worden.

Ook is de weelde niet zonder ideëele waard'e. Mede door de weelde ontplooit zich het menschelijk kennen en kunnen op een wijze die anders ondenkbaar zon zijn.

Ondanks dit alles blijft het (en dat niet enkel economisch), een zeer ernstig verschijnsel, dat in alle kringen en standen de zucht naar weelde en genot toeneemt, terwijl de tekorten van alle kanten ons aangrijnzen en een deel der menscheid met groote moeite het strikt noodzakelijke kan machtig worden.

Achter ons liggen jaren van geweldige vernietigingskracht. Ou'de rijkdommen zijn verteerd, - de reserves in tientallen van jaren bijeengebracht zijn binnen vijf ja, ar volkomen vernietigd.

De volken van West-Europ, a hebben méér gedaan dan dat.

Zij hebben ook vernietigd wat er feitelijk nog niet was en daardoor zijn in de plaats der vroegere rijkdomm'en, schulden geko'men, 'die nu door harden mo-eizamen arbeid in vele jaren moeten worden aangezuiverd.

Nederland is daarbij nog in gunstige conditie, omdat het voor den oorlog gespaard' bleef en toch is ook in ons land het tekort opi alle gebied schrikbarend gegroeid.

De nationale schuld van den Staat die in 1910 even boven de 1100 miljoen uitkwam, was in 1925 even boven de 2900 miljoen gulden.

De totale schulden der provinciën stegen in diezelfde jaren van de 24 miljoen tot de 173 miljoen.

En bij 'de gemeenten is bet totaal der schulden dat in 1910 bedroeg 409 miljoen, in 1924 gestegen tot 1529 miljoen.

Deze cijfers geven een beeld van de richting waarin wij gaan. 'Voor tempering en belasting der weelde is alle reden. Nanwgezette waarneming van het beeld der moderne maa, tschappij roept in de herinnering terug de teekening van Da Costa:

— hier weelde ontwassen aan zichzelf, van [buiten bloeiend en schitterend van jeugd, maar innerlijk [verschroeiend en sapverdervend , als een kanker, en, of 't waar, der standen evenwicht met moedwil brekend, — [daar gemor bij d' arbeid die geen brood geeft, jok dier [banden geworpen om den hals van vrijen, waar de [wanden van hitte blaakren dag en nacht, en eeuwge rook de steden zwart verwt, en de ziel verstikt in(smook).-”

E. VISSER.

Querl'do, - de meedoogenlooze criticus, wijdde aan dit boek een uitvoerige bespreking. Hij had zijn aanmerkingen (men leze het artikel maar eens na in den eersten bundel „Letterkundig leven", pag. 210 vlgg), ernstige critiek zelfs op> , de conceptie en de uitwerking, maar hij erkende toch, dat er „veel fijnheid leeft in de waarneming en soms een zeer bekorende verinniging van het geziene"... „De Schrijver doorkijkt de menschen stuk voor .stuk", zoo zegt hij, „en hij doordringt velen tot in de kern" en hij prijst „de zachte en so-ms heel fijne penseeling van kleine scenetjes, de meestal voortreffelijke, zuivere psychologie". En ook Carel Scharte^n, niet minder gezaghebbend öritious, wij'dde aan dit boek een waardeerende recensie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

De weelde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1927

De Reformatie | 8 Pagina's