GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kagawa en het Christendom.

VI.

Men zal uit de voorgaande artikelen reeds begrepen hebben, dat het groote verschil tusschen Kagawa en ons ligt in de beschouwing van de Heilige Schrift. Wij gelooven, dat nu God zich aan ons heeft geopenbaard wij ook over Hem mogen en kunnen spreken. Maar wij gelooven even stellig, dat wij aan philosophische speculaties niet den voorrang mogen geven. Wij moeten ons dtis in al ons spreken en in al onze betoogen gedurig toetsen aan de Heilige Schrift als Gods Woord. 1)

En dat doet Kagawa niet. Hij geeft veel meer beschouwingen van allerlei geleerden: natuurkundigen, wijsgeeren, elhnologen e.a., dan dat hij ontwikkeling geeft van gedachten uit de H. Schrift. Het Schriftbewijs is in al de toespraken en in al de gesclariften van Kagawa uitermate zwak.

Wie echter het evangelie wil prediken naar de Schriften, moet gedurig het Woord Gods onderzoeken en al zijn beschouwingen daardoor gedragen weten. Het lijkt wel aardig om de toespraken Ier verbreiding van het „evangelie" aan te vangen met de vermelding van een Schriftgedeelte, maar als men zich verder aan dat Woord Gods in het geheel niet meer stoort, zijn deze teksten niet meer dan een soort ornament, en ieder zal toestemmen, dat Gods Woord als ornament niet gebezigd mag worden.

Het is ook zeer merkwaardig te lezen, hoe Kagawa handelt over de geschiedenis van de Joden onder het Oude Verbond. Ziehier de beschrijving van de bevrijding van het volk Israël uit het diensthuis, uit Egypte:

„Onder voorwendsel, dat het volk in de woestijn zijn God moest vereeren, leidde Mozes deze massa van twee en een half milhoen menschen uit het land der slavernij. Toen de Farao ontdekte dat het niet in Mozes' bedoeling lag, het volk naar Egypte lerug te voeren, dacht hij bij zichzelf: Als al die slaven wegtrekken dan liggen onze groote werken stil! en dus trok hij met zijn leger de vluchtelingen na. Doch de slaven trokken steeds dieper de woestijn in, en Farao's leger slaagde er niet in, ze te vangen. Daar stond het machtige volk nu in de woestijn, zonder wapens, zonder leeftocht zelfs voor de reis. Gedurende veertig jaren trokken ze van plaats tot plaats door de wildernis, nu eens lijdend van slangen, die de menschen door hun vergiftige beten deden sterven, dan weer aangevallen door de omwonende wilde stammen, soms zwetsend zonder water en voedsel. De lijdensgeschiedenis van deze ontvluchte slaven daar in de woestijn is voor ons nog steeds een wonderlijk verhaal vol spanning en schoonheid." 2) Dit is het ergste echter nog niet. Er zijn nog sterker staaltjes van Schriftvervalsching. Kagawa laat de Bijbel soms precies het tegenovergestelde zeggen van wat er metterdaad staat.

Hier volgt een voorbeeld: „Jezus was anders dan andere menschen. Niet eenmaal in zijn gansche leven heeft Hij gezegd: Ik ben de Christus. Toen UI 1907 generaal Booth naar Japan kwam, ging Toranosuke Miyazaki overal rond, zeggende: Ik ben een Boeddha; ik ben een Christus. Doch Jezus heeft nimmer iets in dien geest gezegd." ^)

Als men zulke dmgen leest, wrijft men zich toch de oogen uit. Men vraagt zich af, hoe Kagawa dan uitspraken van Christus, als: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven (Joh. 14:6) verklaart, en hoe hij denkt over de belijdenis van Petrus: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods, een belijdenis door den Heiland zelf aan Petrus ontlokt (Matth. 16:16).

En deze enormiteit staat niet op zichzelf.

Nog een voorbeeld moge volgen. „In het begin van de Oud-TesLamentische verhalen kunnen we lezen, dat Abraham den God van hemel en aarde „El Shaddai" noemde. Die naam beteekent in het Hebreeuwsch: „een God, die verzorgt".

Waar we ook gaan, daar binden we „El Shaddai". Overal leven de menschelijke wezens door middel van het hemelsche voedsel. Ik besef dus, waarom de menschen zich door het gebed tot zulk een God willen richten. In mijn bundel verzen over de „Eeuwige Melk" heb ik mijn gedachten over dat onderwerp uitgedrukt. Ik heb er het zelfde gevoel in willen leggen, dat Abraham bezielde toen hij aan God den naam „El Shaddai" gaf.*)

Nu willen we de vertaling van het woord „El Shaddai" op dit oogenblik buiten beschouwing laten. Gods Woord zegt ons nadrukkelijk dat niet Abraham aan zijn God dien naam gaf, maar dat God zich aldus aan Abraham openbaarde.

Toen nu Abraham negen en negentig jaar oud was, zoo verscheen de Heere aan Abram, en zeide tot hem: Ik ben God de Almachtige (El Shaddai) (Gen. 17:1). En ia Gods spreken tot Mozes wordt dit weer herhaald: Ik ben aan Abraham, Izak en Jacob verschenen als God de Almachtige (El Shaddai) (Ex. 6:2).

Arm volk, dat op deze manier bekend gemaakt wordt met het evangelie!

Wij kunnen tot geen andere conclusie komen dan deze dat Kagawa de christelijke belijdenis ten deele vervalscht, ten deele geweld aandoet, omdat hij op zeer willekeurige wijze de Heilige Schrift nu eens gebruikt, maar veel vaker misbruikt.

Kagawa en Dr Kuyper.

De verbinding van deze beide personen wordt niet door ons gemaakt, omdat de figuur en het levenswerk van Dr Kuyper, tengevolge van de Kuyperherdenking in het vorige jaar weer meer voor onze aandacht is komen te staan.

Die verbinding is eigenlijk door iemand anders gelegd.

De heer A. Stapelkamp, voorzitter van het Christelijk Nationaal Vakverbond, heeft Miss Topping, de secretaresse van Kagawa, bij haar conferentie met de vertegenwoordigers van het O. N. V. niet slechts aangeboden een aantal geschriften van het C, N. V. en een exemplaar van alle organen ten behoeve van Kagawa, maar ook een Engelsche uitgave van de Stone-lezingen van Dr Kuyper: Het Calvinisme. Als opdracht staat voor in dit boek geschreven: „This book is presented to Doctor Toyohiko Kagawa with the compliments of the Christian National League of trade unions in the Netherlands." (Dit boek wordt aan Dr Kagawa aangeboden met de groeten van het Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland).*)

Het is een zeer treffend geschenk, dat het C.N.V., dat zooveel aan Dr Kuypers worsteling te danken heeft, door middel van zijn voorzitter aan Kagawa heeft aangeboden.

Het is te hopen en te bidden, dat Kagawa dit boek zal waardeeren en dat hij het niet enkel als een geschenk van overzeesche vrienden in de kast zal zetten, naast de vele boeken die hem ongetwijfeld door zijn vereerders zullen zijn aangeboden, maar dat hij het nauwkeurig zal bestudeeren en den inhoud daarvan zal overwegen, opdat hij jiider den indruk mag komen van hot sterke geloofsvertrouwen, waarin Dr Kuyper leefde en arbeidde. Opdat hij zoo ook begeerig mag worden naar die blijde geloofszekerheid, die Dr Kuyper getuigen deed van de genade en de goedertierenheid Gods.

Moge dit geschrift onder den zegen des Heeren Kagawa brengen tot den Christus der Schriften, zoodat hij de goede belijdenis mag uitspreken in het geloof: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods! en zoodat hij voor velen tot een zegen zal mogen zijn door dat evangelie hen te boodschappen in al zijn rijkdom.

Moge aldus in Japan komen een schare belijders die in de eenheid van het ware geloof samen overdenken willen de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere!

En laat ons dankbaar zijn en blijven, voor wat God de Heere ons in den persoon en den arbeid van Dr Kuyper heeft geschonken. Er zijn altoos menschen die de neiging in zich zullen voelen opkomen om beide personen, die hier met elkander in verbinding gesteld zijn ook met elkander te vergelijken. Maar met een eenvoudige vergelijking van beider levenswerk zullen wij niet tot een zuiver oordeel kunnen komen. De omstandigheden, waaronder zij leefden en leven loopen toch zeer ver uiteen, en de moeilijkheden, waarvoor zij geplaatst werden en worden eveneens. De één zal dan onder den indruk komen van de diepe armoede, die Kagawa gekend heeft en van de liefde> voUe wijze waarop hij ongelukkige stakkers in zijn woning heeft verpleegd. Dit zijn inderdaad dingen waarvoor wij groote waardeering mogen hebben.

Maar de ander zal meer den nadruk willen leggen op de groote beslistheid, waarmee Dr Kuyper voor zijn beginselen gestreden heeft en voor den ontzaglijken veelomvattenden arbeid, die door hem verricht is.

Zoo komen we niet verder. Wij moeten beider levenswerk plaatsen in den stralenbundel van Gods Woord, en bij het licht van de Heilige Schrift den arbeid van deze mannen beschouwen. En dan is het voor ons aan geen twijfel onderhevig, dat wij onzen God mogen danken voor het feit dat Hij ons een man als Dr Kuyper in ons land heeft gegeven.

Hoe heeft Dr Kuyper geworsteld voor de eere Gods op elk levensgebied, maar hoe heeft hij ook kinderlijk eenvoudig zijn geloof beleden in zijn Heiland en Heere, klaar en onbevangen het uitsprekende: Zoo als mijn Heiland aan Mozes en de Profeten geloofde, zoo en niet anders wensch ook

ik aan de Schrift te gelooven. Want immers, wie inzake de Schrift den Christus van dwaling bescliuldigt, randt hiermee laet mysterie zelf aan, waarop heel Christus' kerk gegrond staat, loochenende dat Hij zou zijn onze Heere, maar ook onze God.

De zinspreuk van Dr Kuyper: Terar, dum prosim (laat ik verteerd worden, als ik slechts nuttig mag zijn) zou oppervlakkig gezien ook de spreuk van Kagawa kxmnen zijn. Hij wil zijn tijd, zijn geld, zijn kracht geven om zijn volk te kunnen helpen: „Persoonlijk stort ik mijn gebeden uit, en leg mijn innigste levenskracht in het werk om deze rustige, ondramatische, economische hervorming te bevorderen. O God, haast u! Leer aan de christenen der wereld den weg der samenwerking. Zet uw volk in ieder land aan het werk om coöperaties tot stand te brengen, waarin uw verlossende liefde in onzen tijd op volkomen en vrije wijze uitgedrukt en verwerkelijkt zal worden, s)

Maar bij Dr Kuyper is dat alles veel dieper en vaster verankerd. Hoor hem belijden:

Voor mij, één doel slechts kent mijn leven Eén uitzicht slechts verrukt mijn ziel En moog mij de adem eer begeven Dan dat dit uitzicht mij ontviel, 't Is om in heilige ge est verrukking Het ongeloof en zijn verdrukking Omver te stooten van den troon.

Laat ons dan voorzichtig zijn en niet ondoordacht en overhaast applaudiseeren, wanneer van verre landen ons wondere berichten bereiken. De •tijden zijn daarvoor te ernstig. En ook: Dr Kuyper heeft ons iets anders geleerd! Laat ons blijven bij het onwankelbare Woord Gods en laat ons arbeiden in de lijn der Heilige Schrift, en de lessen die Dr Kuyper ons gegeven heeft bij de beoordeeling van afwijkende richtingen niet vergeten.

„God van den hemel. Die zal het ons doen gelukken, en wij, zijn knechten, zullen ons opmaken en bouwen; maar gijlieden hebt geen deel, noch gerechtigheid, noch gedachtenis in Jeruzalem." (Neh. 2:20 b).


1) Vgl. ook Dr K. Schilder: Wat is de Hemel? Uitg. N.V. J. H. Kok, Kampen, 1935, pag. 68, 69.- 2) Levensvernieuwing, a.w. pag. 194.

3) Levensvernieuwing, a.w. 181. 4) Levensvernieuwing, a.w. 124.

5) Vgl. „De Standaard" van 23 Oct. 1937.

6) Christus en Japan, a.vv. 80.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1938

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1938

De Reformatie | 8 Pagina's