GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Paulus, de kerk onder hoogspanning zettende

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus, de kerk onder hoogspanning zettende

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want ik word nu tot een drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is aanstaande. Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd, ik heb het geloof behouden. Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag , geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben. 2 Timotheus 4 : 6—8.

(I)

Vele oogen hebben de eeuwen door vol bewogenheid op deze woorden gestaard. Paulus' zwanenzang! De laatste woorden van den grooten strijder onder de Kruisbanier. Testamentaire woorden. Zet ze in het licht van heel zijn felbewogen, bruisende leven, als Apostel van Jezus Christus — en denk u zijn gestalte in, wanneer hij dit getuigenis neerschrijft, in de gevangenis te Rome, waarin hij ditmaal is ingesloten als een kwaaddoener^): een afgebeuld, eenzaam gevangene, met den dood voor oogen, den dood-doorexecutie; als uit de verte hooren wij hem roepen, met steeds-zwakker stem.......

En dan zoo'n getuigenis des geloofs! Na zulk een levensgang, zulk een levenstaak! Is het niet om jaloersch te worden? Wie zou dat na kunnen zeggen, onder zulke omstandigheden? Daar moet je dan toch ook de begenadigde Paulus voor wezen! De Aposte!, dien God krachtdadig heeft omgezet van Kerkvervolger tot Kerkbouwer. Het uitverkoren vat, op wien de Geest het unieke, machtige mandaat legde, om aan de heidenen de verborgenheid der Godzaligheid te verkondigen, en de Kruisbanier voort te dragen tot aan de einden der (toenmaals bekende) aarde. De man, door wiens dienst de gemeente van Christus mocht uitgroeien tot wereldkerk! Dat is wat, als je het je goed indenkt, om zoo te mogen getuigen: ik heb het geloof behouden! Het geloof als daad. De „fides, qua creditur"^). Paulus, gezegende Paulus! Begenadigde Apostel! Na zulk een schokkende bekeering, zoo'n langdurige voorbereiding tot uw dienstwerk, zijt ge uw opdracht gaan vervullen, het wijde wereldleven binnengedrongen — ge hebt het Evangelie, door Jezus Christus u bekendgemaakt, gepredikt te midden van de versteende, vijandige kringen der Joden, te midden van de afgodische, perverse wereld der heidenen. Welk een legioen van weerstanden hadt ge te ovenvinnen: satanische bestrijding in een overweldigende veelvormigheid. De overste dezer wereld viel u aan, met bruut en openlijk geweld, zoowel als in gecamoufleerde, sluwe strijdtactiek. Tegen een macht van beproevingen hadt ge u te verweren — och, uit de Schrift weten we: als de Apostel daarover te spreken komt, kan hij maar aan het opsommen blijven: geeseling, stokslagen, schipbreuk, gevangenis — beröoving, koude, dorst, honger — ergernis, verdachtmaking, smaad, laster — zorg van buiten, vrees van binnen — die scherpe doorn in zijn vleesch, die bode van satan, hem met vuisten slaande eind aan.

En dan zulk een geloofsgetuigenis!

Ik denk toch, dat de vermagerde hand van den gevangen dienaar van Jezus Christus een afwerend gebaar gemaakt zou hebben, als hij geweten had, dat zóó de schijnwerper van onze aandacht op deze zijninderdaad-testamentaire woorden gericht zou worden.

Want als u deze woorden maar niet uit het verband uitsnijdt, zult u zien, dat het hier heelemaal niet gaat om een personalistisch getuigenis van den mensoh Paulus, hoe begenadigd deze ook is.

Hij wordt tot dit geloofsbeUjden gedrongen ter vrille van de Kerk, de Bruid van Christus. Het is^zeker zijn bedoeling niet, om zichzelf in het volle zoeklicht te plaatsen. Ook in dit ontroerende getuigenis is het hem te doen om de Kerk, die hij ziet achterblijven in deii strijd, en vóór welke nu het apostellooze tijdperk gaat achterblijven. Paulus heeft die Kerk (u leest daarvan in hoofdstuk 3:1) ernstig gewaarschuwd, dat inde laatste dagen ontstaan zullen zware t ij d e n. En daarmee zet hij de Bruid van Christus onder hoogspanning. Onder de h o o g-spanning van 'sHeeren wederkomst! Heeft de Apostel niet zoo pas betuigd voor God en den Heere Jezus Christus, Die de levenden en de doeden oordeelen zal in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk: Predik het Woord!" —? ). Dat betuigt hij aan zijn leerling Timotheus — maar ter wille van de K e r k ! . De Kerk, die aanstonds zonder Apostelen achterblijft, maar die het Woord heeft — de Schrift, van God ingegeven, en nuttig tot leering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid iS ).

Ja, Paulus zet de Kerk onder hoogspanning, want straks breken de uiterste dagen aan, het tijdperk der „eschata".

U weet toch: in de Schrift is die term „laatste dagen" geen chronologische bepaling, welke men , in jaartallen kan vatten, waarbij men zich kan vergissen, of waarbij voorspellingen uitkomen. „Laatste dagen", dat duidt het karakter aan van den tijd, die er zijn zal voor Christus' verschijningTin-heerlijkheid, op den statiewagen van de wolken des hemels. Calvijn zegt er van: , , het is de tijd, waarin alles alzoo tot vervulling komt, dat er niets overblijft dan de laatste openbaring van Christus".

In dat raam moeten we Paulus' geloofsgetuigenis lezen.

Héél de Kerk is Hem in het gezicht gekomen: de vrouw, die vlucht in de woestijn — de Bruid, die de laatste dagen binnengaat, de dagen, in welke Christus, Die met baast alle dingen heendringt naar de voleinding, alles optrekt tot de uiterste consequenties, zoowel in het rijk der genade als in het rijk der zonde, tot er waarUjk niets overblijft dan dat Hij voor de tweede maal verschijnt, nü in den vollen luister van Zijn Koninklijke majesteit als Rechter van het heelal.

Dat luidt als zwaar klokgebeier rond dit geloofsgetuigenis van den Apostel Paulus heen. En slechts door dit in het oog te houden, puren we er de stichting uit, die uit het geloof is.


1) Vgl. 2 Tim. 2 : 9.

2) Het geloof, waarmee geloofd wordt.

3) Vgl. hfdst. 4:1, 2.

4) Vgl. hfdst. 3 : 14—17.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 augustus 1950

De Reformatie | 8 Pagina's

Paulus, de kerk onder hoogspanning zettende

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 augustus 1950

De Reformatie | 8 Pagina's