GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OP TOURNEE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OP TOURNEE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maandagmorgen. We zaten nog maar net aan het ontbijt, toen a& n het altijd openstaande raam een tweetal mannen zich bescheiden opstelde. Het waren Dajaks. , , Apa kuran^? "i) zei de dokter, onze gastheer, nadat hij de zoo juist naar binnen gestoken hap rijst had weggewerkt en op het raam was toegeloopen. In een gebroken Maleis-Dajaks dialect werd toen verteld, dat de vrouw van de kepala-kampong ^) heel ernstig ziek lag: drie dagen geleden was er een kindje geboren, maar nu had de vrouw hevige koortsen. Vlug stelde dokter eenige vragen en uit de beantwoording bleek, dat de bewuste kampong maar een 12 km. verder weg lag.

„Ik kom", zei dokter.

Wie uwer nooit in de rimboe is geweest, kan zich geen voorstelling maken van het heldendom, dat uit deze twee simpele woorden spreekt. Ik ga u trachten dat een beetje duidelijk te maken, maar zeg er vooraf bij, dat het bij een poging blijft

Nadat nog afgesproken was, dat de beide boodschappers bij het ziekenhuis zouden wachten, om dan gezamenlijk de reis te aanvaarden, werd eerst de tafel beëindigd en toen aan het werk getogen. De beide dames ^) legden al onze benoodigdheden klaar, terwijl wij ons in tourheekleeren staken. Het zekere voor het onzekere nemend, werd er van uitgegaan, dat we pas den volgenden dag zouden terugkomen.

Om kwart over tien vertrokken we. We, dat zijn dokter, z'n helper-ziekenoppasser, de twee kampongbewoners en ondergeteekende. Natuurlijk had dokter mij gevraagd, of ik goed loopen kon, waarop ik bevestigend had geantwoord. Och, wat zijn 12 km. heen en desnoods ook nog terug? Ruirn gerekend, konden we toch om half één ter plaatse zijn, dan het dokterswerk van zeg één tot twee, even rusten en van half drie tot vijf terugwandelen. „Zeker, zeker", was het antwoord, 12 km. is niet zoo ver, maar de ondeugende tinteling in zijn oog zag ik niet; doch die is er stellig geweest! De helper, Lukas heet hij sinds hij door een priester gedoopt is, maar z'n eigen naam is Adji, nam één tas van dokter, één der Dajaks nam de andere en na een poosje nam nummer twee mijn tas uit de handen. Ik protesteerde even, maar dokter zei: , , Een blanke draagt niet". Ik vond dat vreemd, had het van hem niet verwacht, want voorzoover ik hem ken, huldigt hij net zoo min als ik het zgn. „koloniale" systeem. Mijn aarzeling en verwondering opmerkende, voegde hij er nog aan toe: „Tot 30 kg. kunnen deze menschen dragen, zonder dat ze er een minuut later om thuiskomen; dat kunt u niet, ook al is die Dajak een oude man en ook al heeft hij vanmorgen dit eind al een keer afgelegd." Ik begon te begrijpen, dat het geen Vondelparkwandeling zou worden. Maar, we liepen nog op den grooten weg, u weet wel, die weg, waarover een jeep bij wijze van uitzondering in z'n tweede versnelling kan komen....

Deze weg liet toe, dat we naast elkaar konden loopen. 't Was wel eens zoeken naar een beetje harden grond, maar het ging. Eén der Dajaks echter ging al heel gauw een stapje er op leggen en ik wilde ook al sneller loopen, toen ik merkte, dat de anderen heel geen haast maakten. Later zou mij dit duidelijk worden.

Na een kwartier, een bocht en van onzen voorlooper was niets meer te zien. Nog even verder en de nu achter loopende Dajak zei ineens: „Jang kira, Tuan", *) waarop dokter abrupt linksaf sloeg .en ja hoor, werkelijk, daar was een voetpad!

Tusschen de hoUandsche korenvelden heb je soms ook van die uiterst smalle paden, waarover je, als het gewas hoog staat, haast niet loopen kunt. Paadjes, die nauw zijn voor een mannenvoet van 46-met-pijn, paadjes, die uitgediept zijn, en dus zoo gemakkelijk vol water, ik bedoel blubber komen. Verwisselt u nu het buigzame koren voor stekelige struiken en 2 tot 3 meter hooge varens; legt u voorts in uw gedachten een netwerk van boomwortels over en in dat pad en verfraait u den weg dan ook nog met een 15-tal heuvels tot soms boven de 100 m. hoog, overgiet dit met de zonneschijn van een tropisch landschap ten tijde van de middaghoogte, vergeet vooral niet de spekgladde bovenlaag van rood zand en vervul dan nog de lucht om u heen met het gegons en gesjirp, het gepiep en gezaag der honderdtallen insecten, dan heeft u een vage voorstelling van ons , , pad".

Zoo was het evenwel niet altijd. Aanvankelijk had het landschap dit steppe-karakter, waardoor de zon ons ongehinderd kon beschijnen, maar na weer een kwartier geloopen te hebben, veranderde het in een bos van rubberboomen ^). Het pad werd iets breeder,

humus dekte den grond, koeler werd de lucht en vochtiger het lage gewas. Dat verhinderde niet, dat onze kleeren reeds doorweekt raakten en een nieuweling als ik verbaast zich bij eiken stap, dat een mensch zooveel water kan uitpersen. Daar is geen vegen tegen. De cigaretten in een borstzakje moeten in een droge doek gewikkeld worden of in de hand gedragen worden, de aansteker zou na een halven dag verroest blijken, de portemonnaie beschimmeld

Drie kwartier. Alle zak-en halsdoeken zijn kletsnat, men begint, te snuiven en te hijgen; het tempo wordt trager, maar moeilijker wordt de weg. Het luchtige rubberbosch heeft inmiddels-al weer plaats gemaakt voor wildernis. Machtig hooge boomen verdonkeren den bodem, een wee-zoete lucht stijgt daarvan op, het pad laat zich niet meer zien, maar de gids loopt met onfeilbare zekerheid door en alleen een ingewijde weet, waaraan hij z'n weg herkent. Al lang is de recht toe —• recht aan richting verlaten en met allerlei kronkels vervolgen de reizigers hun pad. Onwillekeurig denk je aan de brekingswetten van het licht; ook hier geldt: hoe dichter de middenstof, waar men doorheen moet, hoe meer er wordt afgebogen van de „normaal", maar altijd blijkt weer uit den zonnestand, dat de hoofdrichting bewaard bleef.

Nu komen er trajecten, waar een snelheid van 2 km per uur al heel mooi is. Slechts de waterscheidingen ") liggen tamelijk droog, maar in de dalen voert onze weg door louter modderpoelen, waarover men soms tot even over de enkels, maar ook heel vaak tot over de knieën wegzakt. Om dat laatste te voorkomen, of liever in aantal wat te verminderen, gaat het op die plaatsen in looppas, wat de ademhaling natuurlijk niet ten goede komt. Het aantal boschkreekjes is geweldig groot.

Deze kleine stroompjes moesten herhaaldelijk worden overgetrokken, waartoe de streekbewoners , , bruggen" slaan. Zijn ze ondiep, dan legt men eenvoudig wat boomstammetjes en de reizigers op bloote voeten tippelen daar even lustig overheen als over een tegelpad, maar nu komen voor ons, Europeanen, de moeilijkheden pas goed. De zolen, nu dik bestreken met een glibberige modderlaag, blijken op die doorwaterde stammetjes geen houvast te kunnen vinden en waar de teenen der anderen zich virtuoselijk rondom de uitsteeksels klemmen, daar staan wij slechts in een zeer labiel evenwicht op een stugge zool, die maar een klein aanrakingsoppervlak heeft met de boompjes. Waar de inboorling zich nu met gratie voortbeweegt, daar schuifelen de Westerlingen, met moeite het evenwicht bewarend en dwars op de stammen staand, voetje voor voetje verder. Waren de stammen maar niet zoo glad, dan zou men nog behoorlijk kunnen „boegsprietloopen", maar ja, wat wil je bij een jaarlijkschen regenval van 4 m en dan nog wel in den natten tijd? Het zou echter nog moeilijker worden.

Want soms voerde ons pad ons langs deze boschstroompjes, die dan echter, de natuur van het water volgend, zich gemakshalve maar in het paadje vlijden, zoodat men kiezen moest tusschen een wandeling door het beekje zelf, of al worstelend tegen het struikgewas, langs de doorweekte kanten. Ook hier lagen vaak boomstammetjes, half verrot, vaak gebroken, diep doorbuigend op de diepste punten, waar ze niet voldoende tegen den golvenden bodem aanlagen, soms wegrollend als je voorman er zich met een flinken stoot afzette, soms ook finaal brekend, daar ze niet op het gewicht van een flinken Nederlander berekend zijn. En bordjes met een aangegeven maximum gewicht zooals bij de HoUandsche bruggen kent men hier nog niet. Nóg niet. En toch is dit verkeer verkieselijker dan langs en door de struiken, waar het vaak wemelt van allerhand gedierte. Ik kreeg tenminste diep ontzag voor die natuuronderzoekers, die, koste wat het kost, juist naar zulke schepselen op jacht gaan en dan tenslotte beloond worden met één of andere schoolstatistiek, waaruit blijkt, dat de leerlingen dit jaar maar weer gemiddeld een 6 haalden voor het vak Dierkunde Prachtige vlinders, tal van spinnen, hagedissen, bloedzuigers (leve de hooge schoenen!!), slangetjes en dan soms een wild zwijn, een hert Vogels hoor je af en toe, maar je ziet ze zelden. Grof wild komt in deze streek niet veel voor, moet je meer het oerwoud in en dit IS nog geen oerwoud.

Toch begon het er hier en daar op te lijken. De stammen werden als maar hooger in hun streven naar het licht, onderling waren de woudreuzen verbonden door tientallen meters lange lianen, heel veel was als overdekt met verschillende mossoorten en zwammen (geen paddestoelen gezien, misschien onder de humus ? ), hooge wortelüjsten versperden vaak den , , weg" en elk kuiltje in den bodem was een klein „goudvischkommetje", waarin heel kleine aaltjes en larven zwommen.


1) Wat scheelt er aan?

2) Hoofd van het dorp. De dorpelingen kiezen hem. Hij is meestal jong.

3) Mevrouw Hofsteenge en Mevr. Moerkoert.

4) Linksaf, mijnheer. (Lett.: „de linksche").

5) Volksrubber. De hooge kruinen houden de zon buiten en de ruimtes tusschen de stammen laten een klein beetje wind door.

'^) Hooger terrein, vanwaar het water naar twee kanten stroomt en dan verschillende stroömstelsels vormt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

OP TOURNEE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 maart 1951

De Reformatie | 8 Pagina's