GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Prof. Mekkes en Prof. Zuidema inzake „Jenzij”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Mekkes en Prof. Zuidema inzake „Jenzij”

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

We hebben, menen we, uitvoerig critlek uitgebracht over de , , wilde" exclamaties van prof. Zuidema inzake het boek van de Heer A. Zijlstra, , , Tenzij". We hebben niet verzwegen, dat in die critlek veel reclame en partij-drift, en heel weinig wetenschappelijke of zelfs profetische ernst te beluisteren viel.

Het doet ons vreugde, meer dan „genoegen", dat in een kring, die aan prof. Zuidema nauw verwant is (beiden zijn hoogleraar namens de , , Calvinistische Wijsbegeerte-Vereniging"), en in een blad (Philosopliia Reformata) een betere stem gehoord wordt. Prof. Dr J. P. A. Mekkes schrijft daarin (3e kwartaal, 1951, 138/9):

„Wie kennis neemt van de gisting, welke plaats vindt in den heden zich gereformeerd noemenden kring, kan een lichte emotie van verwondering niet onderdrukken bij het aanhooren van de critlek, die men durft uiten tegen den inhoud van een werk, als het hierboven vermelde.

Terwijl toch de voorspitsen van de Doorbraak hoe langer hoe meer opschuiven in onze richting, zijn er nog velen, die in de ure des gevaars achterom zien naar hetgeen op gereformeerd erf eer menschelijke autoriteit dan den dienst van God zou kunnen aantasten. Dit was althans onze gewaarwording bij kennisneming van dit boek

Met den auteur kunnen wij verschillen (hierna volgen enkele voorbeelden, K. S.) zulks alles neemt niet weg, dat, indien wij met onbevangen christelijke overtuiging het boek openslaan, de totaalindruk een verblijdende moet zijn.

Met waardigheid en liefde voor het oude beginsel heeft de schrijver van de Standaard-Zaterdagavondartlkelen zich aan 't werk gezet om uit den schat zijner belezenheid nog eens het gereformeerde volk tot den strijd, waarin hij zelf zijn beste jaren gediend heeft, aan te vuren. Zeker, wij betreuren de separatie Maar dit kéin niet wegnemen, dat wij bij zoveel gevaren in engeren kring het naar het grondmotief gerichte en door de woorden der Heilige Schrift gestaafde getuigenis van ons oud mede-lid met dankbaarheid begroeten.

Reeds lezing van de schoone bladzijde (158) over de werkelijke beteekenis van de macht, kan ons er van overtuigen, dat het slechts de oude en na veel ondervinding verdiepte bezieling is, die hier spreekt.

Het voorop stellen van het — overigens met gangbare theorieën over een neutraal gehandhaafd mandaat strijdige — regnum Christi (, blz. 78), van de Kerk als eerste openbaring daarvan in de afvallige wereld (biz. 87) en van de eenheid van het christenleven (blz. 222) kan slechts onze hartelijke instemming hebben. Wie meent, met een onbegrepen leer der souvereiniteit in eigen kring zich te kunnen onttrekken aan de hier liggende pijnlijke problemen, schiet niet minder tekort, dan het kerkelijk vuilversalisme, waartegen hij wil optreden.

Wat nu de schrijver van Tenzij op blz. 87 over verbond en Kerk opmerkt, heeft met zulk kerkelijk universalisme niets van doen, .gelijk ons o.m. het verhandelde op blz. 189 ln positieven zin onderwijst.

Bijzonder erkentelijk zijn wij den heer Zijlstra voor twee ernstige waarschuwingen, resp. bl. 399 en 427, met betrekking tot de handhaving van het waarachtig staatsgezag' tegenover het ook onze gelederen bedreigend syndicalisme, en tegenover het opdringen der volksvrijheden bedreigende partij-éllten. Met hem zijn wij van oordeel, dat hierop de waakzaamheid der christelijke politieke partijen voorshands ln de eerste plaats gericht behoort te zijn.

Moge bij alle afkeer van menselijke „stelsels" de auteur dit zoo christelijk waarschuwend boek mede door middel van den kring, waarin hij thans meent te moeten arbeiden, het zijne bijdragen tot dieper en reëeler bezinning op de problemen der christelijke politiek dan protestantsch Nederland ln het algemeen tot heden heeft kunnen opbrengen".

Tot zover prof.-Mekkes.

Let erop, dat dit driestarretje niet de bedoeling heeft, van prof. Mekkes' recensie een „objectief" verslag te geven. We laten zijn bedenkingen hier rusten, want we hebben geen behoefte, hier daarop in te gaan, enkel, omdat we onderscheiden grondvragen anders menen te moeten stellen, dan de wijsbegeerte der wetsldee het doet. Het is ons ditmaal niet om die vragen te doen.

We geven ook onmiddellijk toe, dat het stellen van de twee namen boven deze driestar een beetje ruzie-achtig schijnen kan, hetgeen dan zou afsteken tegen de toon, waarin recensent schrijft en tegen zijn terughoudendheid inzake de critiek, die men , , durft" (!, dat is citaat) oefenen op het boek van den Heer Zijlstra.

We weten zulke dingen ook wel.

Maar wij schamen-ons niet voor de contrastering van •die twee namen. Want ze zijn exponenten.

Er is een groep van mensen, die dagelijks iij-en uitlopen (of, als 't een donkere lucht wordt) gaan in-en uitlopen bij hen, die naast zich, of ook in eigen werk, de ergste principiële verslapping en deterrorisering in de hajid zien werken, of tn de hand werken. Ze schelden op •ons, wroeten in onze ingewanden, maken iedereen nerveus, profiteren van elk zwak plekje, dat ze bij ons maar vladen kunnen, hereizen stad en land om iemand mee te trekken naar een bij de dag weerlozer front van kerkisten, die nog altijd zweren bij 't misdrijf van '44 èn (wat erger is) bij de niet eens begrepen „wetten" en „regelen", die toen zijn afgekondigd, hoewel ze toelaten, dat hun eigen naaste medewerkers het aan de laars lappen. De groot-, ste verbazing van de 20e eeuw zal later voor de historicus „De Strijdende Kerk" zijn. Berst vuur én vlam spuwen tegen óns terwille van 1944 (goddelijke regelen!!!), en daarna — je raadt het nooit — Thijs Booy verdedigen contra prof. Dijk en een Werkgemeenschap van Jongeren laten fulmineren. Dezelfde geest, die Zuldema bezield heeft.

Er is een andere groep, die ziet, dat wij niet krank-.zlnnig zijn. En die bezorgd is over de afval juist van Abraham Kuyper's goede werken. ^

Ik ben blij met het artikel-Mekkes.

Er zijn de laatste tijd uitlatingen van opmerkelijke vriendelijkheid tegenover onze , , kringen" geweest, die mij doen oppassen; Ik denk, als ik ze lees: wat komt er .straks ?

Maar er zijn ook betere tendenzen.

Eén ervan is deze. Laat ons rustig en bezonnen door--werken: de geschiedenis begint pas, als de schutters naar Ihuis gaaji en het straatkabaal eindelijk ophoudt.

Zou de Nieuwe Provinciale Groninger nog nota nemen van prof. Mekkes?

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1951

De Reformatie | 8 Pagina's

Prof. Mekkes en Prof. Zuidema inzake „Jenzij”

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1951

De Reformatie | 8 Pagina's