Revue 1998 - pagina 7
Onderzoek De strijd om erkenning van de hersenonderzoekers
Neurowetenschappen door Peter Boerman Al ver voordat het woord 'onderzoekschool' verzonnen was, werkten nagenoeg alle Amsterdamse hersenonderzoekers al met elkaar samen. De neurowetenschappers staan hoog op het kandidatenlijstje van Ritzens 'topinstituten'. Over maatschappelijke relevantie hoeven ze zich in ieder geval geen zorgen te maken. Prof.dr. J.C. Stoof: "Als we oud genoeg zouden worden, zouden we waarschijnlijk allemaal Alzheimer krijgen."
Prof.dr. J.C. Stoof: 'Selectie van topinstituten is geen vergelijking van "4f*^
appels met peren, maar van een hele fruitmand.'
Onderzoekscholen? Prof.dr. J.C. Stoof heeft er geen hoge pet van op. Weliswaar is hij wetenschappelijk directeur van een van de meest prestigieuze scholen waar de VU penvoerder van is, de Onderzoekschool Neurowetenschappen Amsterdam (ONWA), maar van hem had het allemaal niet zo hoeven lopen zoals het gelopen is. "De onderzoekscholen zijn ruim vijfjaar geleden verzonnen om meerwaarde te creëren door onderzoekers van verschillende disciplines en universiteiten intensief samen te laten werken. Men dacht daarom aanvankelijk aan zo'n twintig scholen. Maar inmiddels zijn het
vrije Universiteit
amsterdam
er meer dan honderd. Dat vind ik op z'n zachtst gezegd een beetje vreemd. Wij zeggen: als je echt samen iets wilt doen, dan moeten de locaties bij wijze van spreken op fietsafstand van elkaar zitten. Anders heeft het geen zin. Maar nu zijn er allerlei scholen ontstaan, puur om opportunistische redenen, en zijn er veel concessies gedaan aan de kwaliteit. Meer dan tachtig procent van al het wetenschappelijk onderzoek in Nederland zit nu in een onderzoekschool. Dat was nu ook weer niet de bedoeling." De ONWA is in de woorden van de oud-rector van de VU .prof.dr. C. Datema, "een onderzoekschool avant-la-lettre". Al in 1982, nog ver voor het woord onderzoekschool iJberhaupt verzonnen was, staken de biologen en medici van de beide Amsterdamse universiteiten en onderzoekers van het Nederlands Herseninstituut en het Interuniversitair Oogheelkundig Instituut de koppen bij elkaar om hun onderzoeksinspanningen te bundelen. Vijfjaar later kreeg de samenwerking een meer officiële status als aio-netwerk, toen het aio-stelsel werd geïntroduceerd. Het samenwerkingsverband kreeg toen een 'startsubsidie' van drie miljoen gulden. Daarmee werden vijftien extra aio's aangetrokken, uitsluitend voor projecten die de samenwerking moesten verstevigen. "Dat is zaaigeld geweest", zegt Stoof er nu over. "Toen in '92 de onderzoekscholen werden geïntroduceerd, was het dan ook meteen bingo." Shortlist Nu staat Stoof mogelijk aan de vooravond van een nieuwe erkenning. Samen met de hersenonderzoekers van de universiteiten van Utrecht en Leiden zit de onderzoekschool neurowetenschappen bij de 'short-list' van elf consortia, waaruit vijf of zes 'toponderzoekscholen' worden geselecteerd. "Dat is op zich best werkzaam", denkt Stoof. "Te meer daar zo'n toponderzoekschool wél een eigen budget krijgt, en niet langer afhankelijk is van de
Onderzoek
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998
Revue | 104 Pagina's