Revue 2002 - pagina 90

Faculteit der Godgeleerdheid Oude en nieuwe lezers Op vrijdag 21 juni vond in de kerkzaal van het Hoofdgebouw van de VU de presentatie plaats van het boek Oude en Nieuwe Lezers. Een Inleiding in de Methoden van Uitleg van het Oude Testament van de hand van prof. dr. E. Talstra. Het was een gezamenlijke activiteit van VU-podium en Uitgeverij Kok. Het boek is bedoeld als leerboek voor de exegese, maar wil ook bijdragen aan de veel bredere discussie over theologie en bijbel. Is er enige orde te ontdekken in de vele manieren van bijbellezen die de actualiteit te zien geeft? Of kunnen we, zoals men ook wei zegt, de diversiteit maar beter zien als een bewijs van de vitaliteit van het oude Boek? Maar ook dan blijft het zo dat een bijbeluitlegger steeds allerlei gesprekspartners heeft: collega's uit de vakgebieden geschiedenis, taalkunde en letterkunde, maar ook actuele meelezers en omstanders in kerk en cultuur Een boek over methoden moet daarom gaan over de precieze analyse van teksten, maar ook over die verschillende gesprekspartners. In deze bijeenkomst, onder leiding van de decaan, prof. Brinkman, gaven vier collega's van andere instellingen een reactie op het boek. Prof. dr. W.A.M. Beuken, emeritus hoogleraar OT (Leuven) begon met een wat

gewaagde vergelijking tussen Talstra en de kerkvader Hieronymus op het punt van de voorrang voor de Hebreeuwse tekst in de christelijke theologie. Daarna ging hij met Talstra in discussie over de vraag hoe men zich de adressering en de eigen positiekeuze van een tekst als Jesaja 45 moet voorstellen in het oudtestamentische debat over God en de goden, Israël en de volken. Prof. dr B.E.J.H. Becking (Utrecht) stelde naar aanleiding van de uitleg van het verhaal over koning Achab en de wijngaard van Nabot vragen naar de verhouding van tekst, context en ervaring. Kan men een tekst wel op zichzelf lezen? Hoeveel kunnen we achterhalen van de eerste situering van teksten? Hoeveel daarvan is nodig voor het verstaan door de actuele lezer? Moet die toch niet eerst een goed beeld hebben van een tekst als commentaar bij de eigen tijd van die tekst? Prof. dr. K.E. Biezeveld (Leiden) besprak de brug die het boek wil slaan tussen exegeten en dogmatici. Daarbij kwam vooral de vraag aan de orde naar de openheid van de leestradities in kerk en theologie. Juist de wetenschappelijke exegese zet andere teksten naast de bijbel, waardoor zichtbaar wordt op welke punten de bijbeltekst selectief is. Een vraag is dan hoe exegese om kan gaan met het gegeven dat de bijbel kritisch reageert op de eigen

vrije Universiteit

amsterdam

religieuze omgeving, maar tegelijkertijd weinig kritiek toont op punten die voor moderne lezers er toe doen, bijvoorbeeld de rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Prof. dr. H.C.L. Peels (Apeldoorn) besprak ook de vragen van wetenschappelijke openheid en kerkelijke traditie. Hoe combineer je wetenschap en vroomheid? Hij vroeg zich af of Talstra de exegese niet veel te breed maakt, door ook het gesprek aan te gaan met tradities van uitleg in synagoge en kerk. De vier inleiders toonden zich ingenomen met de algemene lijn van het boek: exegese is een ambacht met een verfijnd taalkundig instrumentarium, maar zij is ook fundamenteel theologisch van aard. Exegetische methoden brengen lezers tot het moment waarop zij waarheid in de teksten kunnen ontdekken, dan wel afwijzen. Oude en Nieuwe Lezers. Een Inleiding in de Methoden van Uitleg van het Oude Testament, Kok: Kampen, 2002, prof. dr. E. Talstra.

Prof. dr. E. Talstra

Revue

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen