Studentenalmanak 1902 - pagina 107
PHANTASIE.
evenseenheid in geheel den kosmos heeft tusschen der
Menschheid Ziel en het ons omringende Natuurleven
sympathie geschapen, harmonie gelegd, 't Rythmisch bewe-
gen in de schepping trilt als echo na op de snaren van de
Aeolusharp in ons binnenste.
Als daar na den dorren winter 't eerste prille Leven weer
ritselt in den vruchtbren schoot van de moederaarde, de
adem des Doods niet langer verstijvend strijkt over de
velden, maar zijn kracht geweken is en de Lente weer
levendmakenden geest blaast door 't doode lichaam, dan
wordt ook elk menschenhart, dan wordt ook het hart der
Menschheid vernieuwd en verjongd. Bij de eerste zonne-
stralen gaat een huivering van geluk over al wat er leeft
en de zwellende, openbrekende knoppen doen tegelijk elk
gemoed zich openen voor, zich uitstrekken naar het Goede
en het Schoone.
En omgekeerd: Als de doodsorkaan giert langs de vlakten,
als de wolkschepen jagen over de ijle luchtzee, zich ver-
donkeren, zich verdichten, tegen elkander botsen, geheel
het uitspansel overfloersen; als scherpe regenpijlen u wonden
in 't gezicht, dan is er ook een waaien van den wind der
Onrust over den kalmen spiegel uwer ziel, uwe stemming
wordt somber en gedrukt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Studentenalmanak | 174 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902
Studentenalmanak | 174 Pagina's