Studentenalmanak 1903 - pagina 113
TOT LIEFDE GEBOREN.
Die Liebe sproszt aus zarten Keimen
Und ihre Bluten welken nie . . . .
(KÖRNER.)
« ot liefde geboren ben ik van af mijn eerste bestaan.
Liefde sloot mij in haar zachte armen, o die armen
zoo rein — zoo blank.
Als het viooltje, ontluikend tusschen groene schut-
b l a a d j e s . . . . zoo kinderlijk lachend in stouten bloemen-
t r o t s . . . . daar prijkt het tusschen teere gezellinnetjes....
niet wetend van ruwheid . . . . van haat niet droomend.
In die lieflijk-zwoele sfeer doen de zuchtjes van klein
geluk de blaadjes trillen.
Z i e t . . . . het is de ontkiemende liefde, de pas ontlokene,
die in de morgenschemering van het nieuwe leven zorgenvrij
staart naar de geluksweelde van rondom, als de vlindertjes
haar wakker kussen en voldaan het jonge oog weer sluit,
insluimerend onder het zacht g-eneurie van bloem en
plant....
Liefde koestert het kind, het zorgt voor 't nog zoo jeugdig
leven, dat reeds zichzelven voedt met hare levenssappen.
Het kind leert liefde en zoekt liefde, die zoete bron van
reine geneugte.
Doch 't leven ach! het biedt niet slechts liefde
daar in donkere gestalte staat haar vijandin, die daar prijkt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Studentenalmanak | 162 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Studentenalmanak | 162 Pagina's