Studentenalmanak 1908 - pagina 131
HET LIED DER HERFSTBLADEREN.
H O O R D E om mij heen het ritslen van de blaadren,
Terwijl de herfstwind dwaalde door 't verlaten
[veld;
'k Zag door den nevel heen den grijzen winter
[naadren,
Terwijl de blijde zomer lang was heengesneld.
Zij zongen zuchtend zachte zoete zangen;
Een teedre melodie klonk fluistrend mij in 't oor.
Van schoonheid en geluk, die zijn voorbij getogen,
Een Hed, dat in de scheemring zich verloor:
»Wij, gele blaadren, hebben eens geleefd,
»De herfstwind rukte ons door zijn adem af,
»En wij zijn zachtkens, stille heengezweefd.
»Zoo breekt ook eenmaal 's menschen leven af.
»Ons leven zinkt in 't niet, maar 't zijne blijft bestaan,
»En eens zal 't donker graf van hem weer opengaan!
»Eens bloeiden we in den schoonen lentetijd,
»Wij kwamen aan de naakte, kale boomen,
»En toen de zomerzefir was gekomen,
»Was onze volle schoonheid uitgespreid.
»Zoo bloeit ook eens de mensch in jonge jeugd,
»En blinkt hij schoon in 't verdere van zijn leven;
»Doch evenals de herfststorm ons doet beven,
»Zoo wordt ook hij geschud, na korte vreugd.
»Wanneer nu waait de woeste westenwind,
»Dan, als bazuingeschal weergalmt het door het bosch:
»Gij gele blaadren: laat uw stam en takken los;
»Verbreekt den band, die aan den boom u bindt!«
Zoo spoedden al de blaadren langzaam heen.
Terwijl de boom bleef staan, stil denkend aan 't verleen.
J. A. T .
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908
Studentenalmanak | 170 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1908
Studentenalmanak | 170 Pagina's