GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1914 - pagina 207

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1914 - pagina 207

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

FARRAGO 197

kring van overdenking gedreven naar het ruime leven om daar

voor zijn iedalen te strijden.

Terecht zijn door Shaw de laatste vier drama's samengevat

onder het opschrift „Among the dead men." De diepe tragiek van

een mislukt leven, van een levend-dood-zijn omflitst ons hier.

Eerst is Ibsen kunstenaar geweest, als hij kerken bouwt wier

torens oprezen tot in het wolkgevaarte; toen heeft hij slechts

woningen voor de burgers gebouwd, het reëele menschenleven

geteekend; nu is de tijd voorbij; de jeugd klopt aan de deur,

aan wie hij de taak der toekomst moet overlaten, in wier handen

het wordende is; beklimt hij nu den toren weer, zoo valt hij uit

de wolkenhoogte in het stof der aarde. Allmers wil nu zijn boek

over „Die menschliche Verantwortung" terzijde leggen, wijl hij

onmogelijk meer daaraan arbeiden kan, sinds hij gevoelt, dat hij

deze verantwoordelijkheid tegenover de verhoudingen in zijn huis

zelf beleven moet. Doch als hij zich aan deze nieuwe levenstaak

wijden wil, is ze hem tegelijk uit de handen genomen: kleine

Eyolf is dood. Borkman wil nu uit zijn gevangenis weer het

leven in, doch buiten gekomen grijpt hem de ijskoude hand van

den naderenden dood om het hart. En in de dramatische epiloog

bereikt deze tragiek haar toppunt. Rubek heeft eerst het schoone

beeld der opstanding gemodelleerd, doch toen heeft hij nog „hin-

zugedichtet" de menschen, die hij uit het leven had leeren kennen,

de mannen en vrouwen met de wanstaltige diergezichten, en dan

volgt de bekentenis: „Aber nun höre auch, wie ich mich selbst

in der Gruppe dargestellt habe. Vorn an einer Quelle sitzt ein

schuldbeladener Mann, der von der Erdrinde nicht ganz loszu-

kommen vermag. Ich nenne ihn die Reue über ein verlorenes

Leben. Er taucht seine Finger in das rieselnde Wasser — um

sie rein zu spülen — und krümmt sich und leidet bei dem Ge-

danken, dasz es ihm nie gelingen wird. In alle Ewigkeit wird er

nicht frei werden, leben und auferstehen. Immer und ewig bleibt

er in seiner Hölle sitzen." Zoo eindigt ook dit grootsche leven

van Ibsen, dat met Resignation begonnen werd, met het woord

Reue, bitter berouw over zijn mislukking; zijn mislukking, omdat

Ibsen den mensch aan den kunstenaar heeft geofferd, zijn kunst

door het ideëele met het reëele te verwisselen heeft verlaagd, en

aan zijn zijde niet gehad heeft de vrouw, die als draagster van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Studentenalmanak | 236 Pagina's

Studentenalmanak 1914 - pagina 207

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914

Studentenalmanak | 236 Pagina's