Studentenalmanak 1914 - pagina 199
FARRAGO 189
Poesie, Philosophie und Religion sich verschmelzen werden zu
einer neuen Kategorie und zu einer neuen Lebensmacht, von der wir
Zeitgenossen im übrigen noch keine klare Vorstellung haben können.
Man hat bei verschiedenen Anlässen von mir gesagt, ich
sei Pessimist. Und das bin ich auch, insofern ich nicht an die
Ewigheit der menschlichen Ideale glaube. Aber ich bin auch
Optimist insofern, als ich voll und fest an die Fortpflanzungskraft
der Ideale und an ihre Entwicklungsfähigheit glaube. Namentlich
und bestimmter gesagt glaube ich, dasz die Ideale unserer Zeit,
indem sie zu Grunde gehen, auf das zusteuern, was ich in meinem
Drama „Kaiser und Galiläer," andeutungsweise als „das dritte
Reich" bezeichnet habe. Gestatten Sie mir darum, mein Glas zu
leeren auf das Werdende — auf das Kommende. An einem Sams-
tagabend sind wir hier versammelt. Auf ihn folgt der Ruhetag,
der Festtag, der Feiertag — wie man will. Ich für mein Teil will
zufrieden sein mit dem Ertrag aus der Arbeit meiner Lebenswoche,
wenn diese Arbeit dazu dienen kann, die Stimmung für den
morgigen Tag vorzubereiten. Doch zunächst und vor allen Dingen
will ich zufrieden sein, wenn sie dazu beiträgt, die Geister in
der Arbeitswoche, die unfehlbar hinterherkommt, zu stählen."
Nu is de beteekenis van Ibsens dramadichting deze, dat hij
menschen van deze „arbeidsweek", die nog in het zijnde leven,
laat optreden met de eischen, de idealen, de moraal, de levens-
opvatting en de levenstaak van het wordende, van de komende
„arbeidsweek"; dat hij laat zien het tragisch lot van de menschen
van het derde rijk in deze eeuw, en hoe de eischen die we den
blijden adelmensch stellen, breken tegen de geestelijke minder-
waardigheid van den overgangsmensch; hoe zijn eigen idealen
van waarheid, vrijheid, volkomenheid, van adel van karakter, wil
en gezindheid ongeluk en verderf stichten, waar de overgangs-
menschen van dezen tijd ze beleven willen. Het oude ideaal
heeft zijn waarde verloren, het nieuwe ideaal kan de menschheid
nog niet dragen; dat is de droeve bekentenis die uit Ibsens drama's
ons tegenklinkt. Doch hoopvol opent zich voor Ibsen het verschiet
van de toekomst: het komende geslacht zal ook bereid zijn den
komenden tijd te ontvangen en het nieuwe ideaal te verwezen-
lijken, van den mensch die is: groot, vrij, waar.
* *
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's
![Studentenalmanak 1914 - pagina 199](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1914/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's