Studentenalmanak 1914 - pagina 76

68 JAARVERSLAG

worden uiteengescheurd. Wie destijds geen vreemdeling was in

ons Corpsleven en die wist, wat sinds jaren woelde en gistte,

zal het scheidings-incident niet tot stille verbazing of geheime

verwondering hebben gestemd. Een groot aantal leden die zich

in eer en goeden naam achtten aangetast, traden uit het Corps en

wilden tot vorming eener nieuwe vereeniging overgaan. Dat

echter na opheldering van veel misverstand en wederzijdsch

betoon van goede trouw één onverdeeld Corps allen weer mocht

omvatten, moet ieder onzer met blijdschap en dankbaarheid ver-

vullen. Temeer waar zonder gevaar van eenige tegenspraak te

ontmoeten, mag geconstateerd dat de treurige toestanden en scheeve

verhoudingen waarop de ontstane botsing het volle licht deed

vallen, aanmerkelijk verbeterd zijn.

Ons Corps is zeer zeker te breed en te groot dan dat een

intieme omgang van allen met allen niet tot de onbereikbare

illusiën zou zijn te rekenen. Corpsamicitia zonder meer is een al

te nivelleerend denkbeeld dat niets zegt en er moet in de sym-

pathie van het hart perspectief komen, licht en schaduw, zoodat

dan ook het vormen van kringen verklaarbaar niet alleen, maar

zelfs natuurlijk en wenschelijk is. Maar toch de gemeenschappelijke

drijfveer, die onze wegen naar een en dezelfde universiteit leidde,

is van te hooge orde dan dat wederzijdsche trouw, onderling

hulpbetoon en waardeering niet in hun volle schittering onder ons

zouden blinken, laat staan dat afgunst en nijd in onze gelederen

vrij spel zouden hebben.

Wij christen-studenten brengen gezamenlijk onze bezwaren

in tegen den geest dezer eeuw, die in een breede rij van menschen

den zin voor waarheid dooft, en de veerkracht van den wil verlamt.

Het zijn in het algemeen dezelfde idealen waarvoor ons aller hart

hoog klopt, dezelfde beginselen, die ons aller borst in geestdrift

doen ontvlammen; het is dezelfde strijd waarvoor we ons allen

met mannenmoed toerusten. Welnu, noblesse oblige! Zeer zeker

mag ook onder ons het „varietas delectat" niet van zijn machtige

bekooring inboeten en onze sympathieën moeten veeleer uitgaan

naar de deining en het golfgeklots der zee, dan naar de effenheid der

moddersloot, echter is er tusschen ons een band die noopt het

goede in elkander te zoeken, elkanders belangen te behartigen

en voor elkanders eere op te komen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen