Studentenalmanak 1914 - pagina 138
128 FARRAGO
welke eigenaardigheid dezen zich van andere menschen onder-
scheiden, uit welk milieu ze zijn voortgekomen, en hoe zij zich
ontwikkeld hebben, welke hunne bijzondere begaafdheid was en
in welke richting zij deze hebben ontplooid enz. Ten derde kan
zij de kunstwerken in oogenschouw nemen, welke in den loop
der eeuwen, bij de verschillende volken en in heel de mensch-
heid zijn voortgebracht, en deze nagaan in hun ontstaan, ont-
wikkeling, invloed, overeenkomst, verscheidenheid enz. Ook zon-
der eenige nadere aanwijzing is het voor ieder duidelijk, dat het
aesthetisch onderzoek op elk van deze drie terreinen eindeloos
zich uitbreiden, en in de meest minutieuse détails afdalen kan.
Alleen moet hieraan nog toegevoegd worden, dat de aesthetica
bij al deze onderzoekingen van de meest verschillende methoden
zich bedienen en tot de meest uiteenloopende verklaringen de
toevlucht nemen kan. Alnaar zijne wereld- en levensbeschouwing
zal de onderzoeker, om den schoonheidszin der menschheid, den
scheppingsdrang der kunstenaars en de waarde der kunstwerken
te verstaan, met psychische of physische, ethnologische of cul-
tuurhistorische, biologische of evolutionistische, climatologische
of sociale factoren enz. rekening houden. Ook hier zijn er schier
zooveel richtingen, als er onderzoekers zijn.
Er is geen oogenblik twijfel aan, dat deze empirische aes-
thetica recht heeft van bestaan, en dit recht ook afdoende door
haar treffende uitkomsten bewezen heeft. Wat gaat er een licht
over den kunstenaar en zijn kunstwerk op, als wij beide in ver-
band brengen met tijd en plaats, met volk en sociale toestanden!
En hoe is door het onderzoek met name van de kunst bij de
zoogenaamde primitieve volken aangetoond, dat de elementen der
cultuur, ook der aesthetische cultuur, overal in heel de mensch-
heid dezelfde zijn, en de kunstwerken bij de laagste volken in
het wezen der zaak naar dezelfde wetten gevormd zijn als de
hoogste scheppingen der kunst!
Maar dat neemt toch niet weg, dat de empirische aesthetica
zonder meer eenzijdig is en niet geven kan wat men er mede
beoogt.
Dat komt al terstond daarin uit, dat het natuurschoon bij
haar niet tot zijn recht kan komen. Immers is hier geen psycho-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's
![Studentenalmanak 1914 - pagina 138](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1914/1914/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Studentenalmanak | 236 Pagina's