Studentenalmanak 1925 - pagina 113

MENSCH EN RUIMTE 101

Hoewel wij geen wereWgrenzen zien, zoo zijn er toch geen

objecten zonder grenzen, Er treden in dit begrip momenten

op van niet zuiver aanschouwelijk-ruimtelijken aard. Iemands

,(Omgeving" is niet een plek waar hij dagelijks vertoeft, maar

een geheel van plekken, die onderling ver van elkaar kunnen

zijn. De orde van belang, belangstelling, verwantschap, die

niet een orde van ruimtelijke aanraking is, is hier bepalend

in. De ruimte treedt hier juist als scheidingmakend op, en

tevens vereenigt ze op de meest grillige wijze het niet-saam-

hoorige. Een toonbeeld van zulk een geconcretiseerde, aan

het mensch-zijn dienstbare ruimte is de stad, dit sociologisch

ruimteveld bij uitnemendheid. Terwijl op de landhoeve ieder

den ander kent en ,,bij" z'n werk is, is in dezelfde straat der

stad, in hetzelfde huis de een den ander volkomen vreemd,

terwijl andererzijds van dag tot dag velen zich in dezelfde

ruimte vereenigen om een gemeenschappelijk werk tot stand

te brengen. De ruimtelijnen van hun levensgang, die dagelijks

op dezelfde uren samenloopen en weer uiteengaan zijn

buiten die tijden geheel divergent. De groote bindingen

hunner convergentie zijn arbeid en belang. Menig stedeling

wisselt z'n leven af tusschen z'n werkplaats waar hij niet

ieder kent en een huis waar hij niet alleen woont. Onder

hetzelfde dak leven naar intentie, bezigheid, welstand gansch

divergeerenden, allerminst meer huisgenooten in den aiouden

zin, veeleer door eigen streving of noodzaak saamgcbrachten,

onderling wantrouwend negeerenden en bemoeizieken,

nieuwsgierigen. Noch de complicatie hunner verhoudingen

van weerzin of genegenheid, noch de indifferentie van den

één tegen den ander komt hun gezamenlijk tot bewustzijn

en geen aanleiding brengt ze allen ooit waarlijk ,,samen".

Een rangschikking der beroepen naar de te doorloopen

ruimtelijnen zou loonend zijn, In het doorsnee-aspect dat

allen van dezelfde woonplaats hebben, ligt bij ieder het

centrum telkens een verdieping lager of hooger, meer links

of rechts. Daarbij zal in het beeld van den een meer de

buitenzijde, bij den ander meer het intérieur zich afteekenen.

Een nuanceering in graad van opmerkzaamheid tegenover

kleuren en vormen, schakeeringen van licht en donker.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen