Studentenalmanak 1926 - pagina 182
170 SPEL V A N D E N S P I E G E L ?
menschen het begrijpen, als ze hun godheden teekenen als
d e gedrochten en wangestalten, die met groote, alles èn
niets ziende oogen inboorden in de huiverende menschen-
ziel, en dan buig je 't hoofd in 't stof om niet te zien die
kristallisatie van zelfaanschouwing, die figuren met angstig-
stijf, wijd uitgestrekte vingers, die draken met vleugels en
die menschen met hun hoofd omgekeerd — die daemonen —
W a t ben je en wie ben je? Wat is er in je e n . . . . wie is er
in je en waarom kijk ik mijn ik zoo aan, ik daar achter dien
spiegel — twee handbreedtes slechts, — waarom vervloeit
alle kleur voor m'n strakke oogen en waarom ben ik gesplitst
in twee deelen en kijkt de heele omgeving mij a a n ? . . . .
Wie zal dit oplossen? Waarom is er mysterie in den
mensch? Oh! Waarom laat je me niet los? Jij die ikzelf ben
en toch weer niet ikzelf? Er gebeurt toch niets, slechts is
alles vol van angst, neen, angst is het niet — alles is vol van
ongekende dingen en slechts een deel Vcin jezelf ken je en
het andere ontvlucht telkens je griji>ende handen. En nooit
vind je een oplossing, steeds is er iets dat je niet kan grijpen
en verpletteren onder den hiel van je verstandsanalyse.
Ik ga tot mezelf terug en ik begrijp me zelf niet meer.
Wie heeft dit geschreven ikzelf of die andere in mij?
J. J.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926
Studentenalmanak | 217 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1926
Studentenalmanak | 217 Pagina's