Studentenalmanak 1947 - pagina 192

Zag dus v. d. Leeuw 't typerende van het saecularisme in de

houding, die alles tot object maakt, tot hanteerbaar ding,

Kraemer, ziet 't saecularisme vooral naar voren komen in de

houding van den, autonomen mens, die zelf maatstaf wordt

van alle dingen en door self-made absolutisme de leegte van

het relativisme verdrijven wil.

Gemeenschappelijk hebben deze beschouwingen, dat ze beide

de nadruk er op leggen, dat saecularisatie altijd betekent

't leven, waar voor God geen plaats meer is en waarin alle re-

hgie overbodig wordt.

Karl Heim wijst op andere factoren. Saecularisme is radicale

Diesseitsgesinnung. Maar typerend is wel, dat het ontstond

in de schaduw van de Bijbel; in zijn rijpe vorm ontmoeten we

het eerst op de bodem van de West-Europese christelijke

cultuur.

Alle niet-christelijke culturen worden zozeer in al hun denk-

en levensvormen, tot in 't kleinste toe, gedragen door 't reli-

gieus geloof, waaruit ze ontstaan zijn, dat geheel zulk een

cultuur afsterft, wanneer de religieuze voor-onderstelling

wordt weggenomen.

De niet-christelijke culturen kunnen geen saecularisme af-

scheiden, keine vom Jenseitz geloste Weltkultur.

Slechts in het christelijk W e s t Europa, in een cultuur die in de

Middeleeuwen leunde tegen de kerk en in de schaduw van de

Bijbel opgroeide, heeft de mens zichzelf en de wereld losge-

rukt van den Schepper om een zelfstandig leven te leiden,

zonder dat deze cultuur gestorven is, toen ze van haar voe-

dingsbodem werd losgemaakt.

Dat hangt samen met het feit, dat het Christendom, in tegen-

stelling tot de niet-bijbelsche religies, geen vermenging van

Schpper en schepsel kent of duldt. God heeft naar christelijke

gedachte alleen onsterfelijkheid, 't Schepsel is er door Gods

wil. Het is volkomen afhankelijk. Verbergt gij uw aangezicht,

dan worden ze verschrikt, neemt gij hun adem weg, dan ver-

gaan ze en worden ze weder tot stof. In God is niets creatuur-

lijks, in 't schepsel niets goddelijks.

Dat brengt mee, dat wij in zekere zin spreken kunnen van

een ,,Eigensein der W e l t " . Dat ligt aangeduidt in het bijbels

176

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen