Studentenalmanak 1947 - pagina 202
D e aoodgraver.
Een koele troost, die 't kruikje met ,,levend water" bood.
De doodgraver werkt verder, een eenzame en stroeve,
Gedachtenloos als zij, die laatste rust behoeven.
Hij hunkert niet ten leven, verlangt niet naar den dood.
Aan verre horizon sterft zon in avondrood —
Heeft het een enk'len zin, op aarde nog te toeven?
W o r d t dit zijn eigen graf, die aardedonkre groeve?
Hij vlucht niet voor dit leven en treurt niet om den dood.
Hij is nu klaar en weet: ik heb mezelf begraven.
Mijn onvervuld verlangen dekt als een krans het graf.
Door laten avond klinkt het bang geschrei van raven.
Hij wordt eerbiedig stil. De werkmanspet gaat af.
Vraagt nog: Vindt hier het hart voorgoed zijn veihge haven? -
En ziet plots Jezus staan voor dit wijd-open graf.
H. V.
186
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947
Studentenalmanak | 258 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1947
Studentenalmanak | 258 Pagina's