GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1964 - pagina 186

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1964 - pagina 186

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

wapen In de parlementaire strijd. Zijn visie was er één die uitging van

emancipatie.

Hijzelf in zijn eerste periode, de ministers De Waal Malefijt en Idenburg,

de laatste ook als Goeverneur-Generaal, trokken hier de konsekwenties

uit en entameerden de „ethische-koloniale politiek", die vanaf 1905-1920

zo goed mogelijk door antirevolutionairen en vooruitstrevende liberalen

gepraktiseerd werd.

Colijns standpunt vernemen wij op pag. 498 e.v. van „Saevis Tranquillus

in Undis (1934). Wij vinden een aantal elementen uit Kuypers denken

terug. Daaronder zijn de voogdij-gedachte, zedelijke roeping en toe-

passing van de bestuursdecentralisatie, die mede een voorspel van de

naoorlogse „verdeel- en heers"-verwijten vormde.

Andere zaken wijst hij echter af „durven wij niet voor onze relcening te

nenrien. Met name niet, waar Kuyper de gedachte afwijst, dat moederland en

koloniën een Rijk zouden kunnen vormen". Dit wordt - in en uit inter-

preterend - dan door Colijn gefundeerd op de bedoeling van Grondwet

1922: dat de koloniën gelijkwaardige delen van het Staatsverband moeten

blijven. (509-512). Daarna toont hij met citaten van Kuyper aan, dat het

beeld van voogdij niet al te letterlijk mag worden genomen: „Het houdt

voor ons niet in, dat ons bet trekken van profijt uit onze koloniën zou zijn

buitengesloten" . . ., wijl de voogdij vaak zoveel last en moeite en beslommering

veroorzaakt", aldus een citaat van Kuyper, dat Colijn wel voor zijn reke-

ning neemt. Colijns verdere brede beschouwingen verraden de grote

bestuurder met grote kennis van zaken. Ook de problematiek van het

aziatisch nationalisme wordt door hem goed getekend. De westerse

causa originans wordt scherp onderkend. Maar wij mogen niet zomaar

aan dit nationalisme toegeven! Want Indonesia is nog steeds (60 jaar

later!) niet rijp voor zelfbestuur. Het is nog zelfs geen natie, nog geen

,,organische volkseenheid". De grote verscheidenheid in taal, zeden,

gewoonte en sociale bouw verhindert deze volkseenheid.

Wat is nu het einddoel van onze koloniale politiek?, vraagt Colijn ten-

slotte: (pag. 541): „Wij kunnen ons deze historische mogelijkheid {dat de

band tussen Indië en Nederland niet langer behouden kan worden) zeer goed

indenken. Maar dit gebeuren, als historisch feit mogelijk geacht, drukt zij

186

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Studentenalmanak | 358 Pagina's

Studentenalmanak 1964 - pagina 186

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Studentenalmanak | 358 Pagina's