Studentenalmanak 1965 - pagina 37

de sociaal-economische sfeer en de ethische sfeer. Het is niet zó, dat

hetgeen economisch gewenst is, ethisch verboden kan wezen, of wat

ethisch geboden is, uiteindelijk economisch schadelijk kan zijn.

Wij leven echter in een door de zonde in disharmonie geraakte wereld

en daardoor kan het gebeuren dat er op een ogenbhk vanuit econo-

misch oogpunt andere belangen en plichten gelden dan van uit een

ethisch oogpunt. Een dergelijke botsing van plichten kan allerlei con-

sciëntiemoeilijkheden opwerpen en een mens moet in deze situatie

biddend zijn plicht bepalen.

Op deze wijze benaderde Wurth op zijn colleges problemen van vrij-

heid en verantwoordelijkheid, van hoogste doel en lagere doeleinden,

van de waardering van rijk en arm om slechts enkele te noemen. Van

zijn vele publicaties noem ik in dit verband zijn driedelig werk ,,Het

Christelijk Leven" en hiervan het laatste boek: Het Christelijk Leven

in de Maatschappij, 1951.

Prof. Wurth dwong respect af door zijn grote belezendheid en ook door

zijn eenvoud. Hij spoorde de studenten aan niet te blijven staan bij het-

geen hij naar voren bracht, maar critisch te denken. Hij drong tot het

gesprek, waaruit hij zelf wilde leren om daarna opnieuw te kunnen uit-

dragen.

Hij was een Christen-geleerde. Hij relativeerde zijn interpretatie, maar

niet zijn beginsel. Dit laatste was zijn grondslag. Vanuit die grondslag

nl. de sociale ethiek bijbels op te bouwen, is zijn uitlegging van grote

betekenis geweest voor de Economische Faculteit en de Interfaculteit

der Sociale Wetenschappen.

Prof. Wurth had aanvankelijk een leeropdracht; in maart 1963 werd

hij benoemd tot buitengewoon hoogleraar. Spoedig had hij zijn oratie

gereed. Deze was reeds gezet, maar hij heeft zijn inaugurele rede niet

kunnen uitspreken. Ter nagedachtenis aan Prof. Brillenburg Wurth

werd deze rede: „Conservatief of Revolutionair"? met de toespraken

van Prof. Dr. J. van den Berg en van de decaan der Economische

Faculteit, gehouden bij zijn herdenking aan de Vrije Universiteit op

2 december 1963, door Kok in het voorjaar 1964 uitgegeven. Voor de

betekenis van Brillenburg Wurth voor de beoefening van de ethiek

moge ik tenslotte verwijzen naar de toespraak van Prof. van den Berg.

Prof. Dr. G. de Jong

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen