Studentenalmanak 1965 - pagina 277
vezel in hun hersengestel aan puzzels of novellen dacht, deze morgen.
„Wat dachten ze hier eigenlijk? Dat zij ook gek waren, als die on-
nozele nachtruiter? Dachten ze werkelijk, dat ze hen om de tuin kon-
den leiden? De fielten! Met een volslagen idioot hadden ze samenge-
woond, drie dagen lang. En dan, dan, hpfff hpfff en dan
nog zeggen, dat de direktie alles. . . hpfff. . . De geneesheer-direk-
teur zelf had het nota bene medegedeeld. En dezelfde nacht nog staat
dat stuk verdriet voor het raam „waaaat te roepen. . . en die gruwelijke
stank ook nog hpfff hpfff Meneer Boiseau, wat denkt U hier
nu van? U bent nog voor die hpfff hpfff uit bed gekomen ook.
En de zuster, de zuster van de wacht, die iedere nacht waakte, zuster
Tilly of Martha of Zwaantje . . Had iemand haar gezien? Nu had nota
bene meneer Boiseau nog uit bed moeten komen Ooooooo. . . .
hoe konden ze het verzinnen, hpfff, wat een ellende. . Ooooo ."
De cipier en de bloemist waren een en al instemming, maar een bange
trek in het gelaat was toch niet te maskeren. Zeker, Wijma had op en
top gelijk, tot in alle finesses, maar wat moesten zij, eenvoudige zieken,
verstopt in het grote Gasthuis, tegen die machtige organisatie van zie-
kenzorgers, artsen, chirurgen, diaconessen, zielszorgers met medische
interesses; en daarboven en bovenal tegen de geneesheer-direkteur. Dr.
Miniand Ploegsma, geketend met de keten der kennis, wiens woord
wetskracht had! Boiseau was zijn boekje al te buiten gegaan, doordat
hij zich zonder toestemming van de kamerarts buiten bed had bevon-
den en nu zou ook Wijma laakbaar worden wegens opruiende praat
tegen de ziekenhuisoverheden. Want hoe onduidelijk Wijma's filip-
pica ook was, het was zeer wel te verstaan, dat hij zich niet alleen be-
perkte tot de persoon van medepatiënt Grevers, maar ook onverholen
de ziekenzorg en Dr. Miniand Ploegsma aantijgde. Enige keren opende
de mond van de bloemist Tuinhoek zich reeds voor een verdekte tegen-
werping, maar daar Wijma's stem na alle rustpozen en onverstaanbare
pruttelingen weer bezwerend verder hijgde, leek het hem raadzamer
het einde van het betoog af te wachten. Dit einde kwam bij het „Oooo",
want hierbij zonk het lichaam van de spreker diep weg in de kussens
en aan een beschouwer ter plaatse van Tuinhoeks bed liet het alleen
een tweetal heftig gebarende heksehanden zichtbaar. Op dit ogenblik
verliet de bewaakster, een blond zusterskind in smetteloze robe, de
zaal.
277
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's
![Studentenalmanak 1965 - pagina 277](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1965/1965/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1965
Studentenalmanak | 400 Pagina's