Studentenalmanak 1970 - pagina 195
Boni Mores
Wellicht zullen enkele van de gewaardeerde lezers van de Studentenalma-
nak 1970 (zijn die er eigenlijk wel? ) hun wenkbrauwen fronsen bij het
zien van deze uitheemse woorden. Termen als "establishment", "drug",
"commune" etc. klinken ons tegenwoordig vertrouwd in de oren, maar
wat betekenen de woorden "boni mores"? Is dat niet een residu uit het
overleefde establishment?
Zeker, dat is zo. En het hierna volgende stukje is geschreven uit een neiging
tot enig verzet tegen de afbraak van deze establishment. Het is een in veler
ogen verwerpelijk symptoom van "antidisestablishmentarianism"
In het hier volgende wil ik aandacht vragen voor enkele ideeën van een
groot rechtsgeleerde, wiens leven door wetenschappelijke eroos bezield
was, die mens was te midden van mensen, studenten met studenten, een
levenskunstenaar, die een groot deel van zijn levenskracht gewijd heeft aan
het onderzoek van wat in onze tijd aan de Akademie veelszins met voeten
getreden wordt, de boni mores, in de zin van goede omgangsvormen — ik
bedoel RUDOLF van JHERING (1818-1892).
Vorig jaar werd in Göttingen van 9 - 1 2 oktober een symposion gehouden,
ter gelegenheid van JHERING's 150e geboortedag. Mij viel de eer te beurt
samen met de Procureur - Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, Mr.
G.E. Langemeijer, daarbij uit Nederland tegenwoordig te zijn. In Götting-
en, omdat JHERING daar, na een lang verblijf in het "glänzende Wien", de
laatste jaren van zijn hoogleraarschap doorbracht, in de hoop hier gelegen-
heid en rust te vinden tot intensieve wetenschappelijke arbeid. Zijn be-
roemde werk Geist des Römischen Rechts was nog onvoltooid, toen hij in
1872 naar Göttingen verhuisde. Ook liep hij reeds lang rond met een
nieuwe sociologische georiënteerde utilitaristische visie op het recht, die
later in 2 delen van zijn (eveneens onvoltooid gebleven) werk Der Zweck
im Recht haar neerslag heeft gevonden.
De universiteit van Göttingen, de GEORGIA AUGUSTA, heeft ter gelegen-
heid van het symposion twee kleine werkjes uit de nalatenschap van
JHERING uitgegeven, t.w. een verhandeling over de "Takt", èn één,
getiteld Prolegomena zur Philosophie der gemischten Getränke. Het eerste
"Ernst", het tweede "Scherz", overeenkomstig de beide kanten van
JHERING's persoonlijkheid. Men denke ook aan zijn beroemde werk
Scherz und Ernst in der Jurisprudenz met de fraaie beschrijving van de
"juristische Begriffshimmel"
Laten we met de "Ernst" beginnen. De verhandeling over de takt is een
aanvulling op het 2e deel van Der Zweck im Recht. Zij was bedoeld als
afsluiting van de daar geboden beschouwingen over het sociale omgangs-
aspect van de menselijke samenleving, het aspect van de conventie, hoffe-
lijkheid, fatsoen, goede toon, takt e t c , van al wat onze oosterburen de
"gute Sitte" plegen te noemen. Na de "Sitte" zouden nog recht en
moraal aan diepgaande onderzoekingen worden onderworpen, alles onder
het gezichtpunt dat JHERING breedvoerig in het Ie deel ontvouwt (en
waarin ook over het recht reeds veel is gezegd), nl. de maatschappelijke
193
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Studentenalmanak | 212 Pagina's
![Studentenalmanak 1970 - pagina 195](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1970/1970/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970
Studentenalmanak | 212 Pagina's