Vrije Universiteitsblad 1932-33 - pagina 54

50 Bovendien: de eere Gods en van Zijnen Christus hangt ten nauwste samen met des menschen heil. Tegenover de geestelijke ontreddering onzer dagen ligt het eenige remedie nog altijd aangegeven in de oude leus: „tegen de Revolutie het Evangelie!" Dat Evangelie wordt gepredikt door de kerk des Heeren en daarom moet deze, met al haar belangen, ons wel in de eerste plaats ter harte gaan. Maar van hoog belang voor het welzijn van ons volk is ook de arbeid der Vrije Universiteit, die over heel het terrein der wetenschap de banier van dat Evangelie opheft. De geweldige ontreddering op geestelijk gebied, waarvan onze tijd getuige is, is voor een belangrijk deel de vrucht van een ongeloovige wetenschap, die op duizend wijzen het Christelijk geloof heeft bestreden en afbreuk gedaan en de fundamenten van Staat, Maatschappij en Huisgezin heeft ondermijnd. En daarom is van den arbeid der Christelijke wetenschap deze uitwerking te wachten — en aanvankelijk is ze reeds gezien — dat in veler hart het geloof weer wordt gesterkt en dat een dam wordt opgeworpen tegen den geweldigen vloedgolf, die heel het leven dreigt te verzwelgen. Daarom is er voor ieder, die het door God geschapen menschenleven liefheeft en de door God voor dat leven gestelde ordeningen erkent, zulk een dringende reden, dezen arbeid van harte en naar zijn beste krachten te steunen. W e weten allen, hoe noodig die steun, ook in stoffelijk opzicht, in deze dagen is. De arbeid is zóó omvangrijk, dat de instandhouding en noodzakelijke uitbreiding dezer stichting reeds in normale tijden geen geringe eischen stelt aan de kleine Gereformeerde volksgroep, van welker offervaardigheid ze naar den mensch gesproken afhankelijk is. En thans deelt ze in de slagen, die de malaise overal toebrengt. En dat, terwijl ze pas geleden terwille van haar bestaan had moeten overgaan tot een uitbreiding, die jaarlijks vele nieuwe duizenden opeischt. Dat degenen, die de Vrije Universiteit leiden, onder deze omstandigheden met kracht de hand aan het werk hebben geslagen, om het scheepke door de branding heen te brengen, is een daad van geloofsmoed, die hun recht geeft op de waardeering, den dank en de hartelijke medewerking van allen, die de waarheid naar de Schriften liefhebben. J. R I D D E R B O S .

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen