Vrije Universiteitsblad 1940-41 - pagina 203
1631 Woord Gods altijd groofer, dieper en zuiverder geweest dan bij de aanzienlijken in geld, stand of wetenschap. Voetius spreekt er al van, dat in den tijd der remonsfrantsche troebelen „vele ouderlingen standvastig bleven bij de rechtzinnige Leere, en bij de Kerkelijke wel-geregelth'eidt, terwijl haar Leeraars het leelijk lieten zitten en schandelijk afvielen." '*) W i e schaamt zich niet over de mannen-van-naam, de leiders in volk en kerk als de achttiende eeuw ten einde loopt. Onder de vooraanstaanden is maar één Bilderdijk, unus ille vir! W i e wordt niet getroffen door de bijna fugatische klacht van Groen over dezelfde ellende ? Als Wormser hem schrijft, dat hij een „medicinae docter" ontmoet had, die verklaarde van Groen's „Ongeloof en Revolutie" niets begrepen te hebben, terwijl een doodgewone kantoorbediende er met groote ingenomenheid over sprak, dan is Groen heelemaal niet verbaasd. „De Kantoorbediende en de Medicinae Docter 1 — zoo antwoordt hij — Ook mij is het dikwerf voorgekomen, dat ik, zelfs in Geschiedenis en Staatsregt, beter door de geringen na'ar de wereld dan door „de vele wijzen en edelen en magtigen" verstaan w e r d ' " ' ) . O p hoogen leeftijd klaagt hij het weemoedig uit: „de slapheid in de hoogere standen brengt ons ten val. Het instinct eener christelijke zielververwantschap, die aan den daglooner zoowel als den staatsman, het religieuse vraagstuk, de gewetensvraag, doet herkennen, onder den/70W/eA:en vorm, is dikwerf meest ontwikkeld bij den geringste naar de wereld, die levenswijsheid in de H. Schrift zoekt. Niet in de doofheid, niet in de dofheid der volksklasse ligt de oorzaak van ons leed, maar wel hierin, dal de volksstem (ook waar de spreuk gold VOX populi VOX Dei) ondanks de uitnemendheid van haar christelijke aspiratie, in de stiklucht van hoogere kringen gesmoord werd" '*). En hoe zal het oordeel der historie luiden als eenmaal de geschiedenis van. onze dagen beschreven wordt ? Welnu dit geloovende, gereformeerde volk is het fundament, of, wilt ge het anders, de voedingsbodem dezer Universiteit. Want — en dit is toch de innige overtuiging van allen die verstaan wat gereformeerde, calvinistische wetenschapsbeoefening is — de pracfische, geestelijke geloofskennis omtrent God, wereld
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1940
VU-Blad | 225 Pagina's