GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1949 - pagina 56

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1949 - pagina 56

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT DE PERS In het kerkblad van de classis Haarlem der Gereformeerde Kerken schrijft Ds A. Verschoor van Santpoort het volgende: Hoe zit dat? Deze keer zie ik mij genoodzaakt een enigszins teer punt aan te raken. Ik kreeg n.l. een overzicht van de stand van zaken binnen het ressort van onze Ring wat betreft aantal leden van de Vereniging voor Hoger Onderwijs op G.G., waarvan onze Vrije Universiteit uitgaat. Het bleek, dat er in heeJ het Kennemerland, van Castricum tot Santpoort, elf leden zijn. Zeggen en schrijven elf. En dat terwijl er 3975 Gereformeerden wonen van onze eigen kerkelijke kleur, ongeacht dus de vele andere Gereformeerden, die kerkelijk een ander leven leiden. Dat aantal van elf leden is dus wel heel gering. Nu kan met iedereen lid van de Vrije Universiteit zijn. Dat is niet te eisen. Het lidmaatschap kost n.l. niet minder dan ƒ 2 5 . — per jaar. Dat V in deze tijd een heel bedrag. Maar er zijn toch enkele groepen onder ons, wier namen ten onrechte op de ledenlijst ontbreken. En dan denk ik allereerst aan de oud-leerüngen van de Vrije Universiteit. Zij hebben hun wetenschappelijk-principiële vorming aan die Universiteit te danken. Zij komen dus in de allereerste plaats voor het lidmaatschap in aanmerking. Nu weet ik wel, dat er college- en examengelden zijn betaald. En dat hun ouders zich daarvoor in vele gevallen grote opofiFeringen hebben moeten gelroosten. En er zullen er ongetwijfeld zijn, die de kosten van hun studie geheel of ten dele zullen moeten terugbetalen. Maar vooreerst moet niemand menen, dat de kosten van het genoten onderwijs door de college- en examengelden worden gedekt. Dat is bij lange na niet het geval! Bij elke leerling van de V.U. moet, evenals bij elke leerling van een andere inrichting voor hoger onderwijs, jaarlijks een bedrag van honderden guldens bijgepast worden. Dat is niet erg. Want dat moet later heel het volk ten goede komen. De Cost gaat voor de B,aet uit. Maar de oud-student moet niet menen: ik heb voorlopig het mijne gedaan. Integendeel, hij was een schip van bijleg. Voorts, wat uw ouders voor U deden, kan nooit als uw bijdrage voor de V.U. worden genoteerd. Hun opoffering is de Uwe niet. Nu is de beurt aan U om een offer te brengen, een offer der dankbaarheid. Er zijn helaas altijd nog 2004

vele oud-leerlingen, die zodra zij eenmaal hun plaats n de maatschappij gevonden hebben, de Vrije Universiteit, hun Alma Mater, vergeten. Dat is in vele opzichten tout. Een universitaire opleiding is geen stoomcursus, die men zo gauw mogelijk doorloopt, om dan voor het leven afscheid te nemen. Als het goed is zijn wij als cïdvinistische studenten gegrepen door het ideaal van een verantwoorde calvinistische, echt-christelijke wetenschap. En dat ideaal laten we met meer los. Het laat ons niet meer los. En daarom blijft de dankbare oud-leerling het wetenschappelijke werk van de V.U. volgen met intense belangstelling. En voorzover het in zijn vermogen is, zet hij zeil mee de schouders onder het werk. Nu IS,het voor velen zo, dat de praktijk hen geheel in beslag gaat nemen. Wie een drukke leraarsof advocatenpraktijk heeft, oi als grote stadspredikant ol hoe ook anders geheel met praktisch werk bezet is, komt aan intensieve wetenschapsbeoefening bijna niet meer toe. Maar als het goed is, wordt dat als een gemis gevoeld. Hoe gaarne dragen wij bij tot een groeiend christelijk inzicht op ons eigen wetenschappeHjk vakgebied. Wij büjven voor het leven christendenkers, die ook op het terrein der wetenschap opkomen voor de eer van onze Koning Christus Jezus. Vandaar dat de banden aan Amsterdam blijven trekken, ons leven lang ! Als we er zo tegenoverstaan, gevoelen we onmiddeUijk dat we ook financieel niet mogen achterbÜjven. Het is een ereschuld der dankbaarheid, die wij tegenover de V.U. hebben. Ik durf hier zeer vrijmoedig te spreken van een morele verplichting, die op ons rust. Ik doe dan ook met nadruk een beroep op alle oud-leerlingen: geeft U op als lid van de Vrije Universiteit. Laat dit een offer voor U betekenen. U kunt ten voUe beseffen wat de V.U. in ons volksleven betekent. Aan anderen moeten we dat duidelijk maken. Aan U behoeven we dat niet te doen. U weet uit ervaring hoe groot de zegen van het Chr. Hoger Onderwijs is. ü plukt daar nu nog elke dag de vruchten van. U hebt aan uw academische opleiding uw positie voor een groot deel te danken. God schonk U daarin voorrechten boven zeer velen. Daarom zijt gij de eerste categorie, aan welke ik de vraag voorleg: hoe zit dat? De gehjkenis van de tien melaatsen speelt mij door het hoofd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1949

VU-Blad | 109 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1949 - pagina 56

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1949

VU-Blad | 109 Pagina's