Vrije Universiteitsblad 1954 - pagina 27

V.U.dagen in Eindhoven De stad van Philips en Daf, van Abonné en Beka, van linnen- en lucifersfabrieken is bereid, uit alle oorden van ons land de vrienden van de Vrije Universiteit bij gelegenheid van de 74e jaarvergadering van de vereniging voor Hoger Onderwijs op Gereformeerden grondslag te ontvangen. Toen in 1880 deze Vrije Universiteit gesticht werd en met haar vijf professoren en vijf studenten een aanvang maakte met de beoefening der wetenschap bij het licht van de Heilige Schrift als het Woord van God, was de stad Eindhoven nog een klein en onbekend plaatsje in het Brabantse land. „Wat toen Eindhoven heette, was - zegt Anton Gooien - niets, een nest van een stadje, een miniatuur." En nu, 74 jaren later, mag dat niets van een stadje dat niets van een iiniversiteitje onder geheel gewijzigde verhoudingen beiderzijds ontvangen. De miniatuurstad is in betrekkelijk korten tijd uitgegroeid tot een belangrijk industrieel centrum met een bevolking van meer dan 150.000 inwoners, terwijl de miniatuuruniversiteit in de jaren van haar bestaan gegroeid is tot een volledige universiteit met zes faculteiten, negen en zeventig docenten (waaronder veertig gewone hoogleraren) en zestien honderd en tachtig studenten. We mogen dus wel zeggen, dat bij beide het kleine er af is. Het groeiende Eindhoven kan en mag de groeiende gereformeerde Universiteit ontvangen, en het doet dat met groot genoegen. Want zal wel in dat kleine nest van een stadje de belangstelling voor dat kleine gereformeerde universiteitje vier en zeventig jaren geleden zo ongeveer op het nulpunt gestaan hebben, thans is er in deze groeiende stad een niet onbelangrijk aantal van begunstigers en leden en zelfs van oud-studenten en studenten van de Vrije Universiteit.

We hopen dan ook ten zeerste, dat de vrienden van de V. U. in het jaar vóór het vijfenzeventig jarig bestaan dezer Hoger-Onderwijs-inrichting zich in dezen tijd van snel-verkeer niet laten afschrikken door „het verre Zuiden," noch ook door „het eind der hoven," maar in groten getale opkomen, om de eerste universiteitsdagen in Eindhoven mee te maken. We verwachten ze uit „Stad en Ommelanden," uit „de elf steden en dertig grietenijen," zo goed als uit de beide 'Hollanden en uit „het land aan de zee ontworsteld," uit de Achterhoek en van de Veluwe, uit alle provinciën van ons land, en niets zal ons meer genoegen doen, dan dat U allen een zó hartelijke belangstelling en een zó grote liefde voor onze Universiteit betoont, dat we er hier in Eindhoven geen raad mee weten! Als wij er hier geen raad mee weten, zal tenminste Brabants grootste stad weten, dat er in ons goede , vaderland nog een volk is, dat positief leeft uit de beginselen der Reformatie, dat hartelijk belangstelt in de zaak van het christelijk onderwijs, en dat zich met bezieling stelt achter zijn calvinistische universiteit. Laat door Uw aller medeleven de Eindhovense Universiteitsdagen staan in het teken van het kleine dat groot werd, maar in het grote klein blijft voor God. Dan blijft óók voor de toekomst gelden het woord, dat geschreven staat op het zegel onzer Vrije Universiteit : „Onze hulp is in de naam des Heren." En we gaan van uit Eindhoven goedsmoeds tegemoet de blijde herdenking van het vijfenzeventig jarig bestaan van deze-in het geloof opgerichte en van God gezegende stichting, D. V. in het jaar negentienhonderd vijf en vijftig. Voorzitter Regelingseommissie

A, J. Fanoy. 2431

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen